2 april 2025: Opbouw betoog en standpunt innemen (mening geven)

Vak: Nederlands
Leesvaardigheid
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Leesvaardigheid
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Geen eten of drinken
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
  • het doel van een betoog in eigen woorden vertellen
  • de regels van een betoog herkennen en de opbouw van een betoog benoemen
  • een duidelijk standpunt innemen (mening geven) en onderbouwen met argumenten

Slide 3 - Tekstslide

Woendag 2 april maart 2025
Wat: Par. 3.3
Wanneer: 08:30-10:10
Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken
Klaar: Par. 3.3 opdrachten maken
HW: Par. 3.3 opdrachten maken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: standpunt

Slide 4 - Tekstslide

timer
3:00
Maak een woordweb in je hoofd van de woorden: tekst en betoog

Slide 5 - Woordweb

Wat is het doel van een betoog?
Het doel van een betoog.
In een betoog wil je als schrijver je publiek overtuigen van jouw standpunt (mening) over een bepaald onderwerp.


Hoe doe je dat?
Daarvoor gebruik je argumenten (redenen) om je mening te onderbouwen (bekrachtigen). 

Slide 6 - Tekstslide

Regels van een betoog(opbouw van een betoog)
Inleiding: Onderwerp noemen, aandacht trekken, standpunt noemen 
(voorbeeld: Scholen moeten inderdaad het dragen van een uniform verplichten voor alle leerlingen).

Kern: Toelichting met argumenten + voorbeelden geven
(voorbeeld: Scholen moeten een uniform verplichten, omdat de ouders van leerlingen kunnen besparen in de kosten voor school. Deze besparing zorgt ervoor dat ouders meer geld overhouden. Doordat alle leerlingen elke dag hetzelfde aandoen, worden ze minder gepest.

Slot: Standpunt herhalen, pakkende slotzin (voorbeeld: Al met al zorgt het verplichten van een uniform voor leerlingen ervoor dat ouders meer geld overhouden.

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting: 
Opbouw van de tekst
  • Inleiding: Stelling en formulering van je mening (standpunt innemen)
  • Kern: Verschillende argumenten geven voor je mening (met voorbeelden)
  • Slot: Je vat je belangrijkste argumenten kort samen en geeft een afsluitende zin. 

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw betoog
Tekst in de juiste volgorde 
De opbouw van de tekst is door elkaar. Zet de alinea's van de tekst in de juiste volgorde rekeninghoudend met de regels van een betoog: 
- inleiding
- kern
- slot
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Lestaak
Opdracht:
Een betoog zoeken en onderzoeken.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Lestaak
Klaar: Lever je opdracht in bij de docent.
Par. 3.3 opdrachten 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 +7 + 8 + 9 + 11 afmaken

Slide 11 - Tekstslide

Een stelling, of standpunt, onderbouw je met?
A
Feiten
B
Argumenten
C
Tegenargumenten

Slide 12 - Quizvraag

Een mening is hetzelfde als een standpunt
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Standpunt of argument?

Drop moet verboden worden, want is zit veel suiker in.

'Drop moet verboden worden' is een ...
A
standpunt
B
argument

Slide 14 - Quizvraag

Hoe maak je de opbouw van een betoog duidelijk?
A
Je tekst zo kort mogelijk houden
B
Door alles in één tekst te schrijven
C
Door signaalwoorden te gebruiken

Slide 15 - Quizvraag

Een betoog bestaat uit:

Slide 16 - Open vraag

Wat is een standpunt?
A
De mening van een schrijver of spreker
B
Een manier van staan

Slide 17 - Quizvraag

In de inleiding van een betoog
A
schrijf je in het kort je mening
B
schrijf je je mening nog niet
C
schrijf je alleen feiten
D
gebruik je belangrijke argumenten

Slide 18 - Quizvraag

In de kern van een betoog
A
Trek je de conclusie
B
schrijf je kort je mening
C
geef je de argumenten voor je mening
D
gebruik je geen signaalwoorden

Slide 19 - Quizvraag

In het slot van een betoog
A
schrijf je de argumenten voor je mening
B
gebruik je zoveel mogelijk signaalwoorden voor mening en opsomming
C
Gebruik je voor elk argument een aparte alinea
D
herhaal je je mening over het onderwerp

Slide 20 - Quizvraag

4. Een filmrecensie is een betogende tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag


Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 22 - Quizvraag