6.5

Grote havens in Europa
grote haven:
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Grote havens in Europa
grote haven:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote havens in Europa
grote haven:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6 par 5
                                    aan het einde van de les:

  • Weet je welke concurrenten er voor de Rotterdamse haven zijn.
  • Kan je uitleggen welke invloed globalisering heeft op de concurrentie tussen havens.
  • Ken je de voor en nadelen van de havens van Rotterdam Hamburg en Antwerpen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende activiteiten

  • Overslag van goederen
  • stukgoederen en bulk
  • Opslag goederen
  • Industriële activiteiten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zware industrie. 
Grondstoffen -> Halffabricaat 
Grondstof
Zware industrie
Halffabricaat
Eindproduct 

Slide 5 - Tekstslide

Rotterdam is ook een industriehaven, waar grondstoffen worden bewerkt. 

Veel aardolie wordt verwerkt in olieraffinaderijen, die bijvoorbeeld brandstof (benzine, kerosine) produceren. Ook maken ze veel halffabricaten voor chemische bedrijven, die dicht bij de raffinaderijen zijn gevestigd. Halffabricaten zijn grondstoffen die al bewerkt zijn. Al die chemische bedrijven zijn nauw met elkaar verbonden: het eindproduct van de een is grondstof (halffabricaat) voor de ander. Een wirwar van pijpleidingen zorgt voor de aan- en afvoer.

● De combinatie van olie en chemie staat bekend als het petrochemische complex. Het is een concentratie van zware industrie . Dat zijn bedrijven die veel zware grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts en ruwe olie.
Begrippenlijst H6
Lijst (p112/113) rustig doornemen (in stilte)
Filmpje kijken klassikaal
Je schrijft minstens 5 begrippen op die bij filmpje passen
Je legt uit waarom dat begrip bij filmpje past
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de grootste havens ter wereld?
A
China
B
Nederland
C
Duitsland
D
Japan

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordeel Rotterdam?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordeel Rotterdam?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Achterland
Goede verbinding met lucht-, snel- en spoorwegen hebben Schiphol/Rotterdam (mainports) goede verbindingen met het achterland
Achterland is welvarend / dichtbevolkt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitbreiding. Waarom daar?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Containers, misschien wel de beste uitvinding

  • Waarom ook alweer?
  • Zelfde afmetingen
  • Op te stapelen
  • Af te sluiten
  • Inhoud beschermd
  • Onbemande systemen lossen en laden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droge bulkgoederen
Natte bulkgoederen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is droge bulk?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tomaten?
A
stukgoederen
B
droge massagoederen
C
natte massagoederen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn schoenen
A
stukgoederen
B
droge massagoederen
C
natte massagoederen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
A
massagoederen
B
stukgoederen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is melk?
A
stukgoederen
B
droge massagoederen
C
natte massagoederen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Par 6.4 opgave 14
Par 6.5 opgave 1 en 2

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schaalvergroting - monocultuur - intensieve akkerbouw

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haven Antwerpen. Wat valt op aan de Ligging?

Slide 23 - Tekstslide

  • havens verder landinwaarts dan in 
  •  via de Schelde. 
  • meters verschil tussen eb en vloed. Daarom sluizen afgesloten. nadeel dat kost tijd en geld. 
Haven Antwerpen

Slide 24 - Tekstslide

 De haven van Antwerpen is de grootste en dichtstbij gelegen concurrent van Rotterdam. In Antwerpen liggen de havens verder landinwaarts dan in Rotterdam. De schepen varen ernaartoe via de Schelde. In de haven is meters verschil tussen eb en vloed. Daarom zijn veel havenbekkens door sluizen afgesloten. In zo’n havenbekken staat het water altijd even hoog en dat maakt het laden en lossen een stuk gemakkelijker. Een nadeel is dat een schip een sluis moet passeren bij aankomst en vertrek. Dat kost tijd en geld. Daarom heeft Antwerpen een hypermoderne sluisvrije haven (21 m diep!) aangelegd, waar de grootste containerschepen naar binnen kunnen varen.
Haven Hamburg

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atlas
Zoek de haven van Hamburg op in de atlas
Wat kun je zeggen over ligging?
Wat is een nadeel van de ligging van deze haven?
Wat is een voordeel van de ligging van deze haven?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadeel
  • De havenbekkens van Hamburg liggen landinwaarts. 
  • Schepen vanaf de Noordzee 90 km over de Elbe. 
  • De Elbe moet uitgebaggerd om diepte van 13 m gehouden. 
  • Grootste containerschepen kunnen Hamburg niet bereiken als ze zijn volgeladen. 
  • (door de diepteligging, ze liggen dan te diep)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordeel
 Hamburg heeft uitstekende verbindingen met het achterland.
Scandinavië en Oost-Europa beter bereikbaar
Oost-Europa is een groeimarkt.
 Grootste overslagpunt voor spoorcontainers in Europa.  

Slide 28 - Tekstslide

In 2004 is de Europese Unie uitgebreid met tien Oost-Europese landen (waaronder Polen, Tsjechië, Hongarije en Slowakije). Daarna is de handel sterk toegenomen. 
Aan de slag
Par 6.4 opgave 14
Par 6.5 opgave 1, 2, 3, 5, 7, 10

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem iets dat je vandaag hebt geleerd

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies