Tekst 27: regel 1-7 (werkwoorden)

Tekst 27: Tarquinius Superbus koning van Rome
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekst 27: Tarquinius Superbus koning van Rome

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Sleep naar de juiste vakjes
Tanaquil
Pastores
herders
Het volk
populus
Tarquinius Priscus

Slide 2 - Sleepvraag

Voorafgaand aan tekst 27
Na de moord op Tarquinius Priscus heeft Servius Tullius door de list van Tanaquil de macht in handen gekregen.
De zoon van Tanaquil en Tarquinius Priscus, die ook Tarquinius heet, voelt zich echter gepasseerd en wil zelf koning worden. Hij bestormt de curia (vergaderruimte) en grijpt de macht. Servius Tullius vraagt om opheldering.

Slide 3 - Tekstslide

Regel 1
Servius, ut curiam intravit, iratus magna voce clamavit:


ut                                        zodra
curia                                  senaatsgebouw
iratus                                 woedend

Slide 4 - Tekstslide

Van welk werkwoord komt 'intravit'?
A
intrare
B
intravire
C
intravere
D
intrere

Slide 5 - Quizvraag

'Intravit' komt van intrare (binnenkomen). Wat is de stam en wat is de uitgang?
A
intr-avit
B
intra-vit
C
intrav-it
D
intravi-t

Slide 6 - Quizvraag

Intravit bestaat uit: intrav- (perfectumstam) en -it (uitgang). Wat is de juiste vertaling?
A
Hij komt binnen
B
Hij kwam binnen
C
Hij is binnengekomen
D
Hij was binnengekomen

Slide 7 - Quizvraag

Regel 1
Servius, ut curiam intravit, iratus magna voce clamavit:


ut                                        zodra
curia                                  senaatsgebouw
intravit                              hij kwam binnen/is binnengekomen
iratus                                 woedend

Slide 8 - Tekstslide

Van welk werkwoord komt 'clamavit'?
A
clamare
B
clamavire
C
clamavere
D
clamere

Slide 9 - Quizvraag

'Clamavit' komt van clamare (roepen). Wat is de stam en wat is de uitgang?
A
clam-avit
B
clama-vit
C
clamav-it
D
clamavi-t

Slide 10 - Quizvraag

Clamavit bestaat uit: clamav- (perfectumstam) en -it (uitgang). Wat is de juiste vertaling?
A
Hij roept
B
Hij riep
C
Hij heeft geroepen
D
Hij had geroepen

Slide 11 - Quizvraag

Regel 1
Servius, ut curiam intravit, iratus magna voce clamavit:


ut                                        zodra
curia                                  senaatsgebouw
intravit                              hij kwam binnen/is binnengekomen
iratus                                 woedend
clamavit                           hij riep/heeft geroepen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de naamval van 'magna voce'?
A
Genitivus
B
Dativus
C
Accusativus
D
Ablativus

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van 'magne voce'?
A
Met grote stem
B
Door grote stem
C
Met luide stem
D
Door luide stem

Slide 14 - Quizvraag

Regel 1
Servius, ut curiam intravit, iratus magna voce clamavit:


ut                                        zodra
curia                                  senaatsgebouw
intravit                              hij kwam binnen/is binnengekomen
iratus                                 woedend
magna voce                    met luide stem
clamavit                           hij riep/heeft geroepen

Slide 15 - Tekstslide

Vertaal regel 1: Servius, ut curiam intravit, iratus magna voce clamavit:

Slide 16 - Open vraag

Regel 1-2
'Quid est, Tarquini!
Tarquini                                    vocativus

Wanneer iemand aangesproken wordt, gebruikt het Latijn de naamval ­vocativus. Vertaal: Tarquinius

Slide 17 - Tekstslide

Vertaal regel 1-2: 'Quid est, Tarquini!

Slide 18 - Open vraag

Regel 2
Quomodo audes, dum ego vivo, in sede mea considere?



quomodo                  hoe
dum                            terwijl
considere                  gaan zitten

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de persoonsvormen?
persoonsvorm hoofdzin
persoonsvorm bijzin
Overig

Quomodo
audes
in sede mea
considere?
dum
ego
vivo

Slide 20 - Sleepvraag

'Vivo' bestaat uit: viv- (praesensstam) en -o (uitgang). Wat is de juiste vertaling?
A
ik leef
B
jij leeft
C
hij leeft
D
wij leven

Slide 21 - Quizvraag

'Audes' bestaat uit: aude- (praesensstam) en -s (uitgang). Wat is de juiste vertaling?
A
jij durft
B
jij hebt gedurfd
C
jij durfde
D
jij had gedurfd

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vind je 'sede' in de woordenlijst?
A
sedus stoel
B
sedum stoel
C
sedes, sedis stoel
D
seda stoel

Slide 23 - Quizvraag

Regel 2
Quomodo audes, dum ego vivo, in sede mea considere?



quomodo                  hoe
audes                         persoonsvorm hoofdzin: jij durft
dum                            terwijl
vivo                             persoonsvorm bijzin: ik leef
sede                           van ses, sedis: stoel
considere                  gaan zitten

Slide 24 - Tekstslide

Vertaal regel 2: Quomodo audes, dum ego vivo, in sede mea considere?

Slide 25 - Open vraag

Regel 3
Num putas te posse regnare, dum ego nondum mortuus sum?



num                     soms (in vraagzinnen)
putare                 denken, menen
regnare               koning zijn
nondum             nog niet

Slide 26 - Tekstslide

Persoonsvormen
Infinitivi (hele werkwoorden)
Overig
Num
putas
te
posse
regnare
dum
ego
nondum
mortuus
sum!

Slide 27 - Sleepvraag

Regel 3
Num putas te posse regnare, dum ego nondum mortuus sum!'



num                     soms (in vraagzinnen)
putas, sum           persoonsvormen
posse, regnare     hele werkwoorden
putare                 denken, menen
regnare               koning zijn
nondum             nog niet

Slide 28 - Tekstslide

Persoonsvorm
Accusativus in ACI (=onderwerp in dat-zin)
Inifinitivus in ACI (=persoonsvorm in dat-zin)
Overig

Num
putas
te
posse
regnare

Slide 29 - Sleepvraag

Regel 3
Num putas te posse regnare, dum ego nondum mortuus sum!'


num                     soms (in vraagzinnen)
ACI:                      putas
                                        te (accusativus) posse (infinitivus)
putare                 denken, menen
regnare               koning zijn
nondum             nog niet

Slide 30 - Tekstslide

Vertaal regel 3: Num putas te posse regnare, dum ego nondum mortuus sum!'

Slide 31 - Open vraag

Regel 4-7
Tarquinius respondit patrem suum Tarquinium Priscum esse; patrem suum regem Romae fuisse, matrem Servii servam; Tanaquil mortem Tarquinii regis diu celavisse;
Servium interea munera regis explevisse et opes firmavisse.


Slide 32 - Tekstslide

Regel 4-7: bestudeer het schema
Tarquinius respondit              
                                   patrem suum Tarquinium Priscum esse;
                                   patrem suum regem Romae fuisse, matrem       
                                   Servii servam;
                                  Tanaquil mortem Tarquinii regis diu celavisse;
                                   Servium interea munera regis explevisse et        
                                  opes firmavisse.


Slide 33 - Tekstslide

Wat is de subjectsaccusativus in regel 4 'Tarquinius respondit patrem suum Tarquinium Priscum esse'?
A
Tarquinius
B
respondit
C
patrem suum
D
Tarquinium Priscum

Slide 34 - Quizvraag

'Respondit' is perfectum. Hoe moet je in de zin 'Tarquinius respondit patrem suum Tarquinium Priscum esse' de infinitivus 'esse' vertalen?
A
Als praesens: is
B
Als perfectum: is geweest
C
Als imperfectum: was
D
Als plusquamperfectum: was geweest

Slide 35 - Quizvraag

Regel 4
Tarquinius respondit patrem suum Tarquinium Priscum esse

suum                            zijn
(niet het werkwoord maar het bezittelijk voornaamwoord, 'van hem')

Slide 36 - Tekstslide

Vertaal regel 4:
Tarquinius heeft geantwoord dat
patrem suum Tarquinium Priscum esse

Slide 37 - Open vraag

Regel 5
(Tarquinius respondit) patrem suum regem Romae fuisse, matrem Servii servam;

suum                            zijn
(niet het werkwoord maar het bezittelijk voornaamwoord, 'van hem')
serva                              slavin
servam                          vul aan: fuisse

Slide 38 - Tekstslide

'Respondit' is perfectum. Hoe moet je in de zin 'patrem suum regem Romae fuisse, matrem Servii servam' de infinitivus 'fuisse' vertalen?
A
Als praesens: is
B
Als perfectum: is geweest
C
Als imperfectum: was
D
Als plusquamperfectum: was geweest

Slide 39 - Quizvraag

Vertaal regel 5: patrem suum regem Romae fuisse, matrem Servii servam;
N.B. Begin je vertaling met 'dat'

Slide 40 - Open vraag

Regel 6
 Tanaquil mortem Tarquinii regis diu celavisse;

Tanaquil                        subjectsaccusativus
diu                                  lange tijd
celare                             verbergen

Slide 41 - Tekstslide

Vertaal regel 6: Tanaquil mortem Tarquinii regis diu celavisse
N.B. Begin je vertaling met 'dat'

Slide 42 - Open vraag

Regel 7
Servium interea munera regis explevisse et opes firmavisse.

explere                         vervullen
opes                              1. macht
                                       2. rijkdom
firmare                         versterken

Slide 43 - Tekstslide

Vertaal regel 7: Servium interea munera regis explevisse et opes firmavisse.
N.B. Begin je vertaling met 'dat'

Slide 44 - Open vraag