13A Rhea vertelt

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heten deze baby'tjes?
A
Apollo en Diana
B
Caesar en Cleopatra
C
Castor en Pollux
D
Romulus en Remus

Slide 3 - Quizvraag

13A  Rhea vertelt...
- wat haar oom Amulius met haar familie heeft gedaan
- wat haar eigen lot is
- hoe zij zwanger is geraakt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

'Maesta in lecto iacebam,
cum subito vir armatus cubiculum
intravit.

Quamquam galeam et longam hastam gerebat,
tamen eum non timebam.

Vir ignotus lecto meo appropinquavit et me rogavit: "O virgo pulchra, cur lacrimas? Cur tam maesta es?"

Slide 6 - Tekstslide

'Maesta in lecto iacebam,
cum subito vir armatus cubiculum
intravit.

Quamquam galeam et longam hastam gerebat,
tamen eum non timebam.

Vir ignotus lecto meo appropinquavit et me rogavit: "O virgo pulchra, cur lacrimas? Cur tam maesta es?"
iace-bam = imperfectum
intrav-it = perfectum
Wie is het OW bij deze PV?
gere-bat = imperfectum
Wie is het OW bij deze PV?
eum = persoonlijk voornaamw.
Welke persoon en naamval?
esse = sum, es, est, sumus, estis, sunt

Slide 7 - Tekstslide

'Maesta in lecto iacebam,
cum subito vir armatus cubiculum
intravit.

Quamquam galeam et longam hastam gerebat,
tamen eum non timebam.

Vir ignotus lecto meo appropinquavit et me rogavit: "O virgo pulchra, cur lacrimas? Cur tam maesta es?"
'Verdrietig lag ik in bed,
toen plotseling een gewapende man mijn slaapkamer binnen kwam.

Slide 8 - Tekstslide

'Maesta in lecto iacebam,
cum subito vir armatus cubiculum
intravit.

Quamquam galeam et longam hastam gerebat,
tamen eum non timebam.

Vir ignotus lecto meo appropinquavit et me rogavit: "O virgo pulchra, cur lacrimas? Cur tam maesta es?"
'Verdrietig lag ik in bed,
toen plotseling een gewapende man mijn slaapkamer binnen kwam.
Hoewel hij een helm en een lange speer droeg,
was ik toch niet bang voor hem.

Slide 9 - Tekstslide

'Maesta in lecto iacebam,
cum subito vir armatus cubiculum
intravit.

Quamquam galeam et longam hastam gerebat,
tamen eum non timebam.

Vir ignotus lecto meo appropinquavit et me rogavit: "O virgo pulchra, cur lacrimas? Cur tam maesta es?"
'Verdrietig lag ik in bed,
toen plotseling een gewapende man mijn slaapkamer binnen kwam.
Hoewel hij een helm en een lange speer droeg,
was ik toch niet bang voor hem.
De onbekende man naderde mijn bed en vroeg me: "O mooie maagd, waarom huil je? Waarom ben je zo verdrietig?"

Slide 10 - Tekstslide

Ego respondi: "Maesta sum,
quia patruus Amulius patrem fugavit et necavit fratrem.
Me virginem Vesalem esse coegit.

Ideo numquam liberos habebo,
sed semper sola ero."

Tum vir dixit: "noli lacrimare, Rhea cara. Deus Mars sum.
Te consolabor: non semper sola eris."
respondi: welke tijd is dit?
sum, es, est, sumus, estis, sunt.
Van welk werkwoord is dit rijtje?
wat is het verschil tussen een pater en een patruus?
LET OP: habebo, ero en consolabor worden door het boek voor vertaald.
noli: kijk in H9 bij het werkwoord nolle.

Slide 11 - Tekstslide

Ego respondi: "Maesta sum,
quia patruus Amulius patrem fugavit et necavit fratrem.
Me virginem Vesalem esse coegit.

Ideo numquam liberos habebo,
sed semper sola ero."

Tum vir dixit: "noli lacrimare, Rhea cara. Deus Mars sum.
Te consolabor: non semper sola eris."


Ik antwoordde: "ik ben verdrietig,
omdat mijn oom Amulius mijn vader heeft verjaagd en mijn broer heet gedood.
Mij heeft hij gedwongen om een Vestaalse maagd te zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Ego respondi: "Maesta sum,
quia patruus Amulius patrem fugavit et necavit fratrem.
Me virginem Vesalem esse coegit.

Ideo numquam liberos habebo,
sed semper sola ero."

Tum vir dixit: "noli lacrimare, Rhea cara. Deus Mars sum.
Te consolabor: non semper sola eris."


Ik antwoordde: "ik ben verdrietig,
omdat mijn oom Amulius mijn vader heeft verjaagd en mijn broer heeft gedood.
Mij heeft hij gedwongen om een Vestaalse maagd te zijn.
Daarom zal ik nooit kinderen hebben, maar zal ik altijd alleen zijn."

Slide 13 - Tekstslide

Ego respondi: "Maesta sum,
quia patruus Amulius patrem fugavit et necavit fratrem.
Me virginem Vesalem esse coegit.

Ideo numquam liberos habebo,
sed semper sola ero."

Tum vir dixit: "noli lacrimare, Rhea cara. Deus Mars sum.
Te consolabor: non semper sola eris."


Ik antwoordde: "ik ben verdrietig,
omdat mijn oom Amulius mijn vader heeft verjaagd en mijn broer heeft gedood.
Mij heeft hij gedwongen om een Vestaalse maagd te zijn.
Daarom zal ik nooit kinderen hebben, maar zal ik altijd alleen zijn."
Toen zei de man: wil niet huilen, lieve Rhea. Ik ben de god Mars.
Ik zal je troosten: jij zal niet altijd alleen zijn."

Slide 14 - Tekstslide

Wie is het OW bij 'intravit' in regel 2?

Citeer uit het Latijn
A
Maesta
B
lecto
C
vir armatus
D
cubiculum

Slide 15 - Quizvraag

In welke tijd staat 'timebam'
in regel 3?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 16 - Quizvraag

ik
jij
hij/zij
rogavit
(r. 4)
lacrimas
(r. 4)
es
(r. 4)
respondi
(r. 5)
sum
(r. 5)
necavit
(r. 6)

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe reageert Mars op het verdriet van Rhea?
A
Hij troost haar
B
Hij geeft haar een knuffel
C
Hij spreekt haar streng toe
D
Hij negeert het

Slide 18 - Quizvraag

Postquam deus arma deposuit, 
mihi multa oscula dabat et .... '

Rhea Silvia subito conticuit et rubuit.
Amica territa dixit:
"O Rhea, num deus te amavit?
Nonne somniavisti?"

Rhea nihil dixit. Pro certo scivit:
vir ignotus Mars fuerat. Deus eam amaverat.

Slide 19 - Tekstslide

Postquam deus arma deposuit, 
mihi multa oscula dabat et .... '

Rhea Silvia subito conticuit et rubuit.
Amica territa dixit:
"O Rhea, num deus te amavit?
Nonne somniavisti?"

Rhea nihil dixit. Pro certo scivit:
vir ignotus Mars fuerat. Deus eam amaverat.
arma: let goed op deze vorm en de persoon van de PV
mihi: persoonlijk voornaamwoord
conticuit = tacuit
Wie is die amica?
Let op de tijd van fuerat en amaverat!

Slide 20 - Tekstslide

Postquam deus arma deposuit, 
mihi multa oscula dabat et .... '

Rhea Silvia subito conticuit et rubuit.
Amica territa dixit:
"O Rhea, num deus te amavit?
Nonne somniavisti?"

Rhea nihil dixit. Pro certo scivit:
vir ignotus Mars fuerat. Deus eam amaverat.
Nadat de god zijn wapens heeft neergelegd, gaf hij mij veel kusjes en.... '

Slide 21 - Tekstslide

Postquam deus arma deposuit, 
mihi multa oscula dabat et .... '

Rhea Silvia subito conticuit et rubuit.
Amica territa dixit:
"O Rhea, num deus te amavit?
Nonne somniavisti?"

Rhea nihil dixit. Pro certo scivit:
vir ignotus Mars fuerat. Deus eam amaverat.
Nadat de god zijn wapens heeft neergelegd, gaf hij mij veel kusjes en.... '
Rhea Silvia zweeg plotseling en bloosde.
Haar vriendin zei geschrokken:
"O Rhea, een god heeft jou toch niet bemind? Heb je het niet gedroomd?"

Slide 22 - Tekstslide

Postquam deus arma deposuit, 
mihi multa oscula dabat et .... '

Rhea Silvia subito conticuit et rubuit.
Amica territa dixit:
"O Rhea, num deus te amavit?
Nonne somniavisti?"

Rhea nihil dixit. Pro certo scivit:
vir ignotus Mars fuerat. Deus eam amaverat.
Nadat de god zijn wapens heeft neergelegd, gaf hij mij veel kusjes en.... '
Rhea Silvia zweeg plotseling en bloosde.
Haar vriendin zei geschrokken:
"O Rhea, een god heeft jou toch niet bemind? Heb je het niet gedroomd?"
Rhea zei niks. Ze wist het zeker: de onbekende man was Mars geweest. De god had haar bemind.

Slide 23 - Tekstslide

Einde

Slide 24 - Tekstslide