Dictee_5_2_2 (+werkwoorden)
VOORZETSELS
1 / 15
Onderdelen in deze les
VOORZETSELS
Slide 1 - Woordweb
1e woord
Slide 2 - Open vraag
2e woord
Slide 3 - Open vraag
3e woord
Slide 4 - Open vraag
1e zin
Slide 5 - Open vraag
[ADOPTEREN]
Mijn oom _____________ een kindje.
Mijn oom _____________ een kindje.
A
t.t.
B
v.t.
C
volt. dw.
D
iets anders
Slide 6 - Quizvraag
[ADOPTEREN]
Mijn oom _____________ een kindje.
Mijn oom _____________ een kindje.
Slide 7 - Open vraag
[BRANDEN]
Fabienne _____________ haar hand aan de verwarming.
Fabienne _____________ haar hand aan de verwarming.
A
t.t.
B
v.t.
C
volt. dw.
D
iets anders
Slide 8 - Quizvraag
[BRANDEN]
Fabienne _____________ haar hand aan de verwarming.
Fabienne _____________ haar hand aan de verwarming.
Slide 9 - Open vraag
[PROEVEN]
Zij nam al _____________ nog een hap.
Zij nam al _____________ nog een hap.
A
t.t.
B
v.t.
C
volt. dw.
D
iets anders
Slide 10 - Quizvraag
[PROEVEN]
Zij nam al _____________ nog een hap.
Zij nam al _____________ nog een hap.
Slide 11 - Open vraag
[DROMEN]
Ik heb over een beer _____________.
Ik heb over een beer _____________.
A
t.t.
B
v.t.
C
volt. dw.
D
iets anders
Slide 12 - Quizvraag
[DROMEN]
Ik heb over een beer _____________.
Ik heb over een beer _____________.
Slide 13 - Open vraag
jan zegt ik ga straks voetballen
Slide 14 - Open vraag
piet vraagt waarom doe jij dat
