1. Grammatica: Zinsontleding


Goedemorgen allemaal!
Telefoon in de bak.
Start je laptop!

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Goedemorgen allemaal!
Telefoon in de bak.
Start je laptop!

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken

Slide 2 - Tekstslide

Planning aankomende weken:


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

1. Wat wil je graag bereiken met deze lessen?
2. Uitleg + oefenen grammatica (zinsontleding)
3. Zelf oefenen in de Nederlands methode

Slide 4 - Tekstslide

Wat wil je graag bereiken met deze lessen?

Slide 5 - Open vraag

Wat heb je deze lessen nodig van mij?

Slide 6 - Open vraag

En nu!
Zinsontleding:

1. persoonsvorm
2. werkwoordelijk gezegde
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp



Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Sturen jullie ook altijd verjaardagskaarten?
A
jullie
B
verjaardagskaarten
C
Sturen
D
altijd

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

Wij maken altijd netjes ons huiswerk

Slide 11 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde
Let op!!
Let op!!!!!
Hij zit hard te werken    wwg = zit te werken
Zij zit te lachen                  wwg = zit te lachen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is in de onderstaande zin het gezegde?

Het publiek moest lang op de huldiging wachten.
A
moest
B
wachten
C
moest wachten
D
de huldiging

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het gezegde in de onderstaande zin?

De komende jaren zal de temperatuur stijgen.
A
zal
B
stijgen
C
zal gaan stijgen
D
zal stijgen

Slide 14 - Quizvraag

O
n
d
e
r
w
e
r
p

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in de volgende zin:

Hebben Anouk en Wendy de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in de volgende zin:

Gisteravond hebben veel mensen naar het nieuwe programma gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de onderwerp in de volgende zin?

De meiden liepen samen naar huis

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:

Gisteravond hebben wij ons huiswerk gemaakt.
A
gisteravond
B
wij
C
gemaakt
D
ons huiswerk

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:

Straks als ik thuiskom aai ik mijn hond.
A
straks
B
ik
C
mijn hond
D
aai

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag

Nederlands methode

Bijspijkeren grammatica
- 1.3
- 1.4
- 3.4
- 3.5 
- 4.4
- 5.4
- 5.5



Slide 22 - Tekstslide

Hoe goed lukte mij deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll