In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
WEEK 10 HEMOFILIE
Practical-Haemostasis.com
Maura Paardekooper
Slide 1 - Tekstslide
Waar ging de site over?
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste doel van hemostase?
A
Het stoppen van bloeding door het vormen van een bloedstolsel
B
Het versnellen van de ademhaling na een blessure
C
Het verhogen van de bloeddruk in het lichaam
D
Het verlagen van het cholesterolgehalte
Slide 3 - Quizvraag
Welke factor/factoren ken je die een cruciale rol spelen bij de vorming van bloedstolsel?
Slide 4 - Woordweb
goede antwoorden zijn:
1. Bloedplaatjes:
Ze vormen een plug bij de verwonding.
2. Stollingsfactoren (I, II, V, VII, IX, X):
Ze zorgen voor de omzetting van fibrinogeen naar fibrine.
3. Fibrinogeen:
Het wordt omgezet in fibrine, wat het stolsel stabiliseert.
4. Trombine:
Dit enzym zet fibrinogeen om in fibrine.
5. Calcium (Ca²⁺):
Essentieel voor de activering van stollingsfactoren.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de rol van vitamine K in de bloedstolling?
A
Het zorgt voor de productie van rode bloedcellen
B
Het is nodig voor de activatie van bepaalde stollingsfactoren
C
Het verlaagt het bloedvolume
D
Het verhoogt de bloeddruk
Slide 6 - Quizvraag
vitamine K (fytomenadion)
Vitamine K speelt een cruciale rol in de bloedstolling door de activatie van bepaalde stollingsfactoren in de lever, zoals protrombine (factor II) en andere factoren (VII, IX en X). Deze stollingsfactoren zijn essentieel om het bloed effectief te laten klonteren bij verwondingen. Zonder voldoende vitamine K kan het bloed niet goed stollen, wat kan leiden tot overmatige bloedingen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat gebeurt er wanneer er een tekort is aan stollingsfactor VIII?
A
Hemofilie B kan optreden
B
Hemofilie A kan optreden
C
Er is geen effect op de bloedstolling
D
Er is verhoogde bloedstolling
Slide 8 - Quizvraag
Hemofilie A
Hemofilie A is een erfelijke bloedstollingsstoornis waarbij het lichaam onvoldoende factor VIII aanmaakt, een eiwit dat essentieel is voor de bloedstolling wat zorgt.
Slide 9 - Tekstslide
Welke stollingsfactor is essentieel voor de omzetting van fibrinogeen naar fibrine?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke stollingsfactor kan zich het snelste vormen??
A
stollingsfactor 2
B
stollingsfactor 10
C
stollingsfactor 7
D
stollingsfactor 5
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Kun je uit een normale uitkomst van een PT scan concluderen dat iemand geen gevaar heeft voor ernstige bloedingen?