4.7 talent grammatica bijvoeglijk nw mavo/havo 1 2023

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je laptop.
  
• Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  
• Je laptop is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• Tijdens de instructie ben je stil.
  
• Tijdens het werken overleg je zachtjes.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.

Programma

1. Wat gaan we doen?: oefenen voor toets grammatica Talent 4.7 + 5.7

2. In duo's aan de slag met Talent. 

3. Nabespreken 

3. Zelfstandig aan de slag met test jezelf en oefentoetsen maken

4. Kort nabespreken en afsluiting van de les

Woordsoorten

• lidwoord
• bijvoeglijk naamwoord
• zelfstandig naamwoord

• lidwoord
• bijvoeglijk naamwoord
• zelfstandig naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een zelfstandig naamwoord (een mens, dier, plant, ding of naam). Het geeft extra informatie. 

Bijvoorbeeld:

een blauwe trui

een snelle auto

Woordsoorten

Vorige week:

• lidwoord
• zelfstandig naamwoord
• bijvoeglijk naamwoord

Deze week:

• voorzetsels
• telwoorden (hoofdtelwoord, rangtelwoord)

voorzetsels geven een plaats, richting of relatie aan.

• Altijd in combinatie met een zelfstandig naamwoord (op de kast),
• of een voornaamwoord (van mij) 
• of in combinatie met een werkwoord, (werken aan)

Telwoorden

Even oefenen

Simon heeft vijf mooie cijfers op het eerste schoolrapport.

Woordsoorten:

Simon = 

heeft = 

vijf =

mooie  =

cijfers =

op =

het = 

eerste = 

schoolrapport =

Talent 4.7 grammatica

Wat gaan we doen?:

oefening 8 t/m 12  maken 

Paragraaf 4.7 grammatica

Zelfstandig aan de slag met 4.7 grammatica

1. Wat: maak oef 8 t/m 12 
2. Hoe:  alleen, zachtjes overleggen mag
3. Tijd: ongeveer 10-15 minuten
4. Klaar?: kijk je gemaakte werk na: wat had je goed, wat misschien nog niet? 
5. Klaar?: ga verder met 13, 15 en 16

Nabespreken gemaakte oefeningen Talent

Checkvragen lesstof

Ik heb de andere sok onder mijn bed liggen  

1. Bepaald lidwoord (blw)
2. Voorzetsel (vz)
3. Zelfstandig naamwoord (zn)
4. Onbepaald lidwoord (olw)

Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit. 

1. Wel een voorzetsel
2. Geen voorzetsel

Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Voordat het feest op school begon, zocht ik mijn kleren uit.

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
In augustus gaan mijn oom en tante altijd naar Spanje.

Kies de juiste woordsoort.

Ik fiets nog snel even naar de winkel.

1. Bepaald lidwoord (blw)
2. Onbepaald lidwoord (olw)

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijwoord
3. Werkwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in onderstaande zin?
Het grote lokaal was heel koud.

Kies de juiste woordsoort.

Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Zelfstandig naamwoord (zn)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. Voorzetsel (vz)

welk woordsoort is 'zwemmen'?

1. werkwoord
2. zwemwoord
3. lidwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Ik heb 300 handtekeningen opgehaald voor deze actie.

Ik was de laatste die klaar was met de toets.

ik heb vier huisgenoten en sommige zijn erg slordig. 

HUISWERK

Huiswerk voor de volgende keer:

8 t/m 12 (paragraaf 4.7) afhebben