Controle blok 4

controle blok 4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

controle blok 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen:
  • Je herhaalt wat je de afgelopen weken geleerd hebt.
  • Je krijgt eerst nog even wat uitleg over een onderdeel. Hierna volgen de vragen.
  • Voor de juf is het fijn als je de sommen alleen maakt, zodat wij kunnen zien wat je nog lastig vindt.
  • Gebruik eventueel kladpapier om de sommen uit te rekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel geld krijg je terug

  • Kijk eerst naar beide getallen. 
  • Tel door vanaf het bedrag dat je moet betalen.

Slide 3 - Tekstslide


Ik koop de reep van 35 cent, hoeveel krijg ik terug.

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb 50 cent en koop een snoepje van 26 cent. Wat krijg ik terug?
A
14
B
24
C
4
D
34

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb 60 cent en koop een koekje van 32 cent. Hoeveel krijgt ik er terug?

Slide 6 - Open vraag

Plus en minsommen over de 10
  • Reken de som uit op jouw manier.
  • Maak eventueel gebruik van een getallenlijn.

Slide 7 - Tekstslide

13-7=

Slide 8 - Open vraag

7+8=

Slide 9 - Open vraag

redactiesommen
  • Lees de som goed
  • Bedenk wat voor som het is (+, -, x)
  • Reken de som uit

Slide 10 - Tekstslide

Felix moet 45 euro betalen. Hij heeft al 25 euro betaald. Hoeveel briefjes van 10 moet hij nog geven?

Slide 11 - Open vraag

Dean en Naud zijn samen 12 kaarsen aan het inpakken voor een actie op school. In een zakje gaan 3 kaarsen. Hoeveel zakjes kunnen ze vullen?

Slide 12 - Open vraag

plus en minsommen tot 100
  • Kijk goed naar de som
  • Maak als het nodig is gebruik van de getallenlijn
  • Tip: Bij de plussom zoeken we het vriendje. Bij de minsom schrijf je het getal over. 

Slide 13 - Tekstslide

36-9=

Slide 14 - Open vraag

56+6=

Slide 15 - Open vraag

klokken
  • Kijk goed naar de klok
  • Maak eventueel gebruik van de hulpklok op de volgende blz.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk deel van de dag is het
ochtend
middag
avond
nacht
13:00
19:00
2:00
20:00
7:00
11:00
23:00

Slide 18 - Sleepvraag

Als ik op de klok kijk en het is 17:00. Hoe laat is het?
A
5 uur in de ochtend
B
7 uur in de ochtend
C
5 uur in de middag
D
7 uur in de avond

Slide 19 - Quizvraag

tellen met sprongen van 10
  • Als je springt met sprongen van 10 blijft het achterste getal hetzelfde.

Slide 20 - Tekstslide

46+30=
A
76
B
70
C
94

Slide 21 - Quizvraag

52-..- .. -..
vul de antwoorden hieronder in. zet alleen een spatie tussen de antwoorden

Slide 22 - Open vraag

tafels
  • een tafel is hetzelfde als herhaald optellen.
  • Weet je het antwoord niet, gebruik de tafelspin
  • 1x meer, 1x minder, verdubbel, de helft of omdraaien

Slide 23 - Tekstslide

Zet de antwoorden bij de juiste som
2x8=
7x3=
10x7=
6x5=
4x3=
12
21
16
70
30

Slide 24 - Sleepvraag

Goed gewerkt! 
Oefen nu nog even met Ambra op de computer

Slide 25 - Tekstslide