BLOK 1 SPELLING

Blok 1 
spelling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 1 
spelling

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Aan het einde van deze les:
- kun je het verschil uitleggen tussen de STAM en de IK-VORM van een werkwoord.
- heb je geoefend met woorden met: au / ou en ei / ij 

Slide 2 - Tekstslide

bespreken en maken:
  • bespreken blz. 28   opdracht 23 

  • blz. 28   opdracht 24   lezen voorbeeld, daarna zin 2 t/m 6 maken. (alleen de werkwoorden opschrijven)
  • nakijken.

Slide 3 - Tekstslide

theorie blz 29 

Slide 4 - Tekstslide

De boom is het hele werkwoord. Als je -en- eraf haalt, heb je de stam.

Slide 5 - Tekstslide

de stam van wandelen is....

Slide 6 - Open vraag

de stam van lopen is .....

Slide 7 - Open vraag

de stam van schrijven is.......

Slide 8 - Open vraag

de stam van blazen is......

Slide 9 - Open vraag

dus:


De stam van een werkwoord vind je door

EN

van het werkwoord weg te halen.

Slide 10 - Tekstslide

ik-vorm
Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

ik-vorm

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

  • printen          print          ik print
  • praten            prat           ik praat
  • beloven         belov        ik beloof    
  • vissen             viss           ik vis

Slide 12 - Tekstslide

wandelen:
de stam is: wandel
de ik-vorm is......

Slide 13 - Open vraag

lopen:
de stam is lop
de ik-vorm is.....

Slide 14 - Open vraag

schrijven:
de stam is schrijv
de ik-vorm is .....

Slide 15 - Open vraag

blazen
de stam is blaz
de ik-vorm is ....

Slide 16 - Open vraag

huiswerk

blz. 29    opdracht 25

blz. 29     opdracht 26  

blz. 30     opdracht 27  

Slide 17 - Tekstslide

nakijken huiswerk opdr 25-26
  1. wens, ik wens
  2. print, ik print  
  3. schiet, ik schiet  
  4. prat, ik praat  
  5. drink, ik drink  
  6. belov, ik beloof  
  7. roei, ik roei
  8. remm, ik rem  
  9. hal, ik haal  
  10. zwemm, ik zwem 
verbeter je antwoorden met ROOD!

Slide 18 - Tekstslide

opdr 27: 1. welke werkwoorden heb je opgeschreven?(stam en ik-vorm hetzelfde)

Slide 19 - Open vraag

opdr 27: 2. welke werkwoorden heb je opgeschreven?(stam en ik-vorm niet hetzelfde)

Slide 20 - Open vraag

spelling 1.7. 
Lees de uitleg op bladzijde 31.
maak daarna de volgende twee learningapps.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

spelling 1.8. 
Lees de uitleg op bladzijde 32.
maak daarna de volgende  learningapps.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

huiswerk 


blz. 31    opdracht 29    

blz. 32    opdracht 31 



maak op de online methode het dictee 


Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 29  

  1. De kabouter paste makkelijk in mijn mouw.
  2. In augustus trouwt mijn zus.
  3. Het eten is een beetje flauw, er moet meer zout over.
  4. De toeschouwers gaven een groot applaus.
  5. De pauw vatte in de lente bijna kou.
  6. De inhoud van dit pakket is nauwkeurig gecontroleerd.
  7. Mijn ouders onthouden altijd wanneer ik naar bed moet.
  8. In de pauze at ik een augurk.
  9. Toen hij zijn schouder brak, kreeg hij het benauwd.
  10. De vrouw roerde in de heerlijke saus. 







Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 31

  1. De geit werd door ouderdom steeds grijzer.
  2. Voor zo’n klein prijsje wil zij het wel kopen.
  3. De agent eist dat ik mijn snelheid aanpas.
  4. Mijn moeder doet al een hele tijd aan de lijn.
  5. Een journalist schrijft alleen over feiten.
  6. In de Nederlandse politiek hebben we allerlei verschillende partijen.
  7. ij 7 keer en ei 6 keer.
  8. 7-8Rowan kiest een broek







Slide 29 - Tekstslide

huiswerk 
dinsdag 11 oktober  4e lesuur SO spelling
-stam en ik vorm
 - au-ou
- ei-ij
leren op de online methode (maak als je alles geleerd hebt het online dictee) én de learningapps




https://jufspooren.yurls.net/nl/page/1017543#boxes-container 

Slide 30 - Tekstslide