In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij
De workshop van Global Citizenship
Per tweetal; 1 laptop + kleurtjes/ stiften
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
1. Wat is wereldburgerschap?
2. Wat doen we er al aan?
3. de workshop!
4. Afsluiting.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is volgens jou een Europeaan?
Slide 3 - Woordweb
Wat betekent 'vrijheid' voor jou?
Slide 4 - Woordweb
Europese Unie
Slide 5 - Tekstslide
Internationale Samenwerking
Slide 6 - Tekstslide
Een democratie houdt in ...
A
één iemand alle macht heeft
B
de burgers bepalen wie er in de overheid is
C
de burger zich niet aan de wet hoeven te houden
D
dat wetten alleen voor bepaalde mensen gelden.
Slide 7 - Quizvraag
De speerpunten van de Europese Unie
1) solidariteit
2) democratie
3) gelijkheid
4) handel
5) veiligheid
Slide 8 - Tekstslide
Gelijkwaardigheid houdt in dat mensen in een land gelijke rechten hebben en gelijk worden behandeld. We mogen dus allemaal verschillend zijn en toch dezelfde rechten hebben. In de Europese Unie mag jij overal wonen, werken en studeren. Waar zou jij graag naartoe willen gaan en waarom?
Slide 9 - Open vraag
De workshop!
Per tweetallen:
Help Knoet door Europa
Slide 10 - Tekstslide
Europa is ...
A
Geel
B
Donker rood
C
Groen
D
Donker blauw
Slide 11 - Quizvraag
De Ardennen
De Vogezen
De Pyreneeën
Het Centraal Massief
De Alpen
Slide 12 - Sleepvraag
Zet de rivieren op de juistge plaats.
Loire
Po
Elbe
Donau
Theems
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is cultuur? Geef voorbeelden
Slide 14 - Woordweb
Welke cultuur heeft Nederland
A
Sinterklaas
B
Molens
C
Klompen
D
Geen idee
Slide 15 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de Nederlandse cultuur
A
's morgens koffie, 's middags thee
B
Openlijk kunnen zeggen wat je mening is
C
Godsdienst speelt geen belangrijke rol
D
In de nachtelijke uren avondeten
Slide 16 - Quizvraag
Wat behoort tot de Nederlandse cultuur?
A
Volksliederen
B
Zeilen
C
Tulpen
D
Braadworst
Slide 17 - Quizvraag
Wat is typisch iets van de Nederlandse cultuur?
A
Kaas klompen en fietsen
B
Pizza, MacDonald's en Burger King
C
Bier, wijn en sterke drank
D
Drugs, grachten en de dijken
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een onderdeel van de Nederlandse cultuur?
A
De Nederlandse taal
B
Salsamuziek
C
Sushi eten
D
Het Hindoeïsme
Slide 19 - Quizvraag
Waar staat "Benelux" voor ?
A
België
B
Goede Luxemburg
C
een provincie in Nederland
D
België Nederland Luxemburg
Slide 20 - Quizvraag
Knoet kan de volgende landen niet vinden!!!
Kleur de Benelux in met de kleuren van het land:
1. Nederland
2. België
3. Luxemburg
Slide 21 - Tekstslide
Wat weet jij allemaal van Duitsland?
Slide 22 - Woordweb
Duitsland is...
A
3 keer groter dan Nederland.
B
6 keer groter dan Nederland.
C
9 keer groter dan Nederland.
Slide 23 - Quizvraag
Duitsland heeft
A
een koning
B
een president
Slide 24 - Quizvraag
Nationale feestdagen
Solidariteit betekent dat mensen het gevoel hebben dat zij één zijn, ze komen voor elkaar op en voelen zich veilig met elkaar. Om de solidariteit te vergroten zijn nationale feestdagen een goed middel!
Slide 25 - Tekstslide
Help!
Als jij graag een keer een nationale feestdag wilt bezoeken in Duitsland.
Welke nationale feestdagen kan jij allemaal bezoeken?
Slide 26 - Tekstslide
Welke Duitse feestdagen kan je allemaal bezoeken?
Slide 27 - Woordweb
Uit welke landen bestaat Scandinavië?
A
Zweden, Finland en Rusland.
B
Zweden, Noorwegen en Denemarken
C
Noorwegen, IJsland en Zweden
D
Denemarken, Finland en Noorwegen
Slide 28 - Quizvraag
Kleurplaat
Kleur de volgende landen in met de vlagkleuren:
1. Duitsland
2. Denemarken
3. Zweden
4. Noorwegen
5. IJsland
6. Finland
Slide 29 - Tekstslide
Welke twee landen behoren tot het Iberische Schiereiland?
Slide 30 - Open vraag
Waar moet jij aan denken, als je aan Spanje denkt?
Sleep ze naar de kaart van Spanje toe
Slide 31 - Sleepvraag
Welk punt op de kaart geeft het land Portugal aan?
Slide 32 - Sleepvraag
Wat is de hoofdstad van Portugal?
A
Lissabon
B
Kopenhagen
C
Brussel
D
Parijs
Slide 33 - Quizvraag
In Portugal is de moedertaal Spaans.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Welke onderstaande eten/ drinken is typisch Portugees?
A
Paëlla
B
Pasta
C
Port
D
Hutspot
Slide 35 - Quizvraag
Welk gebergte ligt boven Spanje?
A
Himalaya
B
Alpen
C
Pyreneeën
D
Vogezen
Slide 36 - Quizvraag
Welk klein landje ligt tussen Frankrijk en Spanje in?
A
Liechtenstein
B
Luxemburg
C
Monaco
D
Andorra
Slide 37 - Quizvraag
Kleurplaat!
Kleur Spanje, Portugal en Andorra in op de kaart.
Kleur ze in, in hun vlaggenkleuren.
Slide 38 - Tekstslide
Wat is konijn in Pools
A
Rabbit
B
Królik
C
кролик
D
Dovşan
Slide 39 - Quizvraag
Wat is de landcode van Polen?
A
P
B
PO
C
PL
D
PN
Slide 40 - Quizvraag
Ragnar en Bjorn zijn hele goede vrienden, ook al zijn ze totaal verschillend! Ze willen samen op vakantie en spreken af om Knoet in zijn reis door Europa ergens te ontmoeten. Knoet stelt voor om in Polen af te spreken. Kan jij een reden geven waarom Ragnar dat goed vind en Bjorn minder enthousiast is?
Slide 41 - Open vraag
Kleurplaat!
Kleur de volgende landen in met hun vlagkleuren:
1. Polen
2. Estland
3. Letland
4. Litouwen
Slide 42 - Tekstslide
Tijdvak Grieken en Romeinen
A
B
C
D
Slide 43 - Quizvraag
Grieks of Romeins?
A
Grieks
B
Romeins
Slide 44 - Quizvraag
Grieken en Romeinen
Slide 45 - Sleepvraag
Grieks of Romeins?
Grieks
Romeins
Slide 46 - Sleepvraag
Zeus
A
God van de liefde
B
Boodschapper
C
Oppergod
D
God van landbouw
Slide 47 - Quizvraag
Mars was bij de Romeinen de god van de oorlog. Hoe heette deze god bij de Grieken?
A
Zeus
B
Poseidon
C
Ares
D
Eros
Slide 48 - Quizvraag
Aphrodite
Zeus
Ares
Hera
Slide 49 - Sleepvraag
Kleurplaat!
Kleur de volgende landen in met hun vlaggenkleuren:
1. Italië
2. Griekenland
Slide 50 - Tekstslide
Wat heb jij geleerd van deze workshop?
Slide 51 - Woordweb
Wat zouden jullie nog graag eens willen leren/doen bij Global Citizen?