Week 3 - les 1, 2 en 3

• Nederlands
• WO
• Studiejaar 3

Week 3 

les 1

vandaag:

Lezen: De vogels van Decibel

Verwerken hoofdstuk

tijd over = creatieve opdracht

doelen:

Je weet wat er gebeurt in het tweede hoofdstuk van het boek.

Lezen: De vogels van Decibel

Bespreek & schrijf op (bij elk hoofdstuk dat je leest):

- Wat gebeurt er in het hoofdstuk?

- Welke personages komen aan bod? Wat leer je over hen?

- Hoe vertelt Jan Terlouw het verhaal?

verwerken hoofdstuk - 10 min.

- Wat gebeurt er?

               * Waar is Stach? Hoe ziet de omgeving eruit? Wat is het                      probleem? Hoe lost Stach het probleem op?

- Welke personages komen aan bod? Wat leren we over hen?

- Welk perpectief? Directe of indirecte rede?

Laat na voorlezen overleggen in groepjes en laat ze vragen beantwoorden. Minuut of 10. Daarna samen bespreken.

Samen verder nadenken..

Vogels van Decibel

Voor welk maatschappelijk probleem staat dit hoofdstuk?

Wat doet Terlouw dus met de titel van dit hoofdstuk?

Vertel 

samenvatting:

Wat kunnen we dus al zeggen over de manier waarop Jan Terlouw de hoofdstukken schrijft?

geen uitbereide details

directe rede

hij-verteller

titel bevat "woordgrapje" 

titel vertelt waar hoofdstuk over gaat

Creatieve opdracht

In tweetallen - paar minuten

Bedenk minstens één leuke titel (zoals 'De vogels van Decibel') die past bij een probleem (school/vrienden). 

Schrijf de titel op de post-it.

Straks: Ik lees titels voor. Welk probleem zou daarbij kunnen horen?

Klaar en tijd over? Maak een mooie tekening bij de titel.

Week 3 

les 2 - coverles woensdag 11 september

Vandaag in de coverles:

Opdracht: Maak een stripverhaal (van minimaal tien tekeningen) bij hoofdstuk 1 of 2 uit het boek. Je mag het tekenen in je schrift of je mag het op de computer maken. Als je het op de computer maakt, lever je het in bij de Quick Task van vandaag.

Je mag je boek van de kast pakken.

Week 3 

les 3 - coverles vrijdag 13 september

Vandaag in de coverles:

Werk vandaag verder aan je poster van de ministers. Je kunt de supervisor vragen om gekleurd papier (in de rechter groene kast), stiften, lijm, scharen (in het blauwe kastje in de witte kast). Let op: volgende les presenteer je de poster kort!