Gap 2

Welcome
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

This lesson

  • Check exercise 4
  • Talk about words
  • Speaking (with a classmate)
  • Grammar
  • Reading

Slide 2 - Tekstslide

What I think is important:
  • Shake hands
  • Take your seat quietly
  • Bring your books (book, notebook, laptop, headphone)
  • When you have a question: raise your hand
  • Do your homework
  •  Respect for each other

Slide 3 - Tekstslide

Check exercise 4
1. Were driving, ran out
2. Were playing, broke down
3. Entered, was studying
4. Slammed, was taking
5. Started, was cycling
6. Fell, was painting
7. Was listening, called
8. Was sleeping, rang

Slide 4 - Tekstslide

Words (health)
Wat betekenen de woorden?

Slide 5 - Tekstslide

Speaking, use page 21
  • in couples
  • in English
  • after 3 minutes switch roles 
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Grammar

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Prefixes + Suffixes
They both change the meaning of the word.
Zij veranderen de betekenis van het woord. 

Prefixes are letters you can place before a word. 
Voorvoegsels zijn letters die je voor het woord plaatst. 

Suffixes are letters that go at the end of a word.
Achtervoegsels zijn letters die je achter het woord plaatst.  

Slide 9 - Tekstslide

Prefixes / Voorvoegsels
Gebruik je om een tegenovergestelde betekenis te geven. 



 (Non)sense                 (Im)possible              (Un)used              
  (Il)legal                         (In)compatible         (Ir)responsible
 (Dis)appear                 (Re)play                       (Mis)behave

Slide 10 - Tekstslide

Suffixes / achtervoegsel
-er means 'a person is doing something'
-er is also used to compare things
  1. sing -> singer
  2. write -> writer
  3. small -> smaller
  4. big -> bigger

Slide 11 - Tekstslide

Suffixes / achtervoegsels
-ing is used for 'products or actions'
  1. to build -> building
  2. to paint  -> painting
  3. to end -> ending
  4. to record -> recording

Slide 12 - Tekstslide

Reading

Slide 13 - Tekstslide

Homework
Exercises 1, 2, 4, 5
Denk aan een woord voor je Dictionary

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide