Les 4: Rechtsstaat + Rechtszaak

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Criminaliteit




Maatschappijleer BK3 - Les 1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Rechtsstaat 
1. Je weet welke rechtsbescherming je hebt in een rechtsstaat.


2. Je weet welke rechten een verdachte heeft.

KADER: Je begrijpt waarom de scheiding van machten belangrijk is in een rechtsstaat.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Rechtszaak
1. Je kunt uitleggen hoe een rechtszaak in zijn werk gaat.
2. Je weet welke soorten straffen er zijn.

KADER: 
3. Je weet welke verschillende rechters er zijn.
4. Je begrijpt hoe een rechter tot zijn vonnis komt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechtstaat
Nederland is een rechtsstaat. Dat betekent dat de rechten van mensen in de grondwet staan en worden beschermd. Dit heet rechtsbescherming.
De overheid mag jou dus niet zomaar in de gevangenis zetten zonder reden. In een rechtsstaat moeten de overheid (zoals ministers, ambtenaren, militairen en politieagenten) zich ook aan de wet houden, net als de burgers.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 kenmerken van een rechtstaat
  1. Er is rechtsgelijkheid: alle mensen zijn voor de wet gelijk.
  2. Alle mensen hebben grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en het recht om te demonstreren. Deze rechten beschermen de vrijheid van mensen.
  3. Niemand heeft alle macht in Nederland. De macht is verdeeld. 
  4. Er is rechtszekerheid: de overheid moet zich altijd aan de wetten houden. Wat de overheid doet, moet dus volgens de regels zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De scheiding van machten
  1. Wetgevende macht
  2. Uitvoerende macht
  3. Rechterlijke macht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wetgevende macht
Het parlement beslist wat strafbaar is en welke straffen rechters kunnen geven.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Uitvoerende macht
Dit is het dagelijks bestuur. Zij zorgen ervoor dat de wetten worden uitgevoerd. Ze sturen bijvoorbeeld de politie de straat op en betalen de rechters om hun werk te doen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Rechterlijke macht
Onafhankelijke rechters controleren of politici en burgers zich aan de wet houden en geven straf als dat nodig is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding van machten
Welke beschrijving hoort bij welke macht?
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Beslist over welke exacte straf een overtreder krijgt
Beslist over wat strafbaar is
Zorgt dat er wordt gehandhaafd op wat strafbaar is

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De minister belooft strenger te controleren op fietsers zonder licht.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bram wordt veroordeeld voor een taakstraf van 20 uur.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noah heeft te hard gereden en krijgt een boete thuisgestuurd.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gemeente Dokkum heeft volgens de rechter onterecht de hondenbelasting met 100% verhoogd.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De PVV pleit voor hardere straffen bij diefstal.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De politie betrapt een verdachte van diefstal op heterdaad.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Kamer gaat akkoord met het verhogen van de maximumstraf op auto-inbraak.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Ander soort macht

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie (het OM) en onafhankelijke rechters vormen samen de rechterlijke macht. Het OM zoekt mensen die strafbare feiten hebben gepleegd en zorgt ervoor dat ze worden vervolgd. Een belangrijke persoon binnen het OM is de officier van justitie. Die leidt het onderzoek van de politie en als er genoeg bewijs is, brengt hij de verdachte voor de rechter.

In Nederland kan een slachtoffer niet zelf iemand aanklagen. Je doet aangifte bij de politie en het OM gaat daarna met de zaak naar de rechter.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van een verdachte
1. De verdachte heeft het recht te weten waarvan hij verdacht wordt.
2. De verdachte heeft vanaf het moment dat hij door de politie verhoord wordt recht op hulp van een advocaat.
3. De verdachte heeft het recht om te zwijgen.
4. De verdachte mag maar voor een beperkte tijd worden vastgehouden.
5. In een rechtszaak heeft de verdachte het recht om in hoger beroep te gaan.
6. De verdachte heeft het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt alleen worden vervolgd voor iets wat in de wet staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De beste omschrijving van de scheiding van de machten is:
A
De rechters en politie hebben samen de macht.
B
De overheid bepaalt welke straffen er zijn.
C
Iedereen moet zich aan de wet houden.
D
De macht ligt niet bij één persoon of groep.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijke taak van het openbaar ministerie?
A
Hulp verlenen bij een ongeluk op straat.
B
Doen van buurtonderzoek na een misdrijf.
C
Een verdachte voor de rechter brengen.
D
Het opleggen van een straf aan een dader.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verdachte heeft een aantal rechten. Welk recht heeft hij NIET:
A
Je hebt het recht om een rechter af te wijzen of zelf een aan te stellen.
B
Je hebt het recht om te weten waarvan je wordt verdacht.
C
Je hebt het recht om te zwijgen.
D
Je hebt het recht op een advocaat.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten rechters
  1. Kantonrechter
  2. Politierechter
  3. Meervoudige kamer

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Kantonrechter
De kantonrechter behandelt kleine strafzaken, zoals verkeersboetes, vandalisme en wildplassen. De rechter geeft meestal meteen een uitspraak, en de straf is vaak een geldboete.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Politierechter
De politierechter behandelt strafbare feiten waarvoor je maximaal 1 jaar gevangenisstraf kunt krijgen, zoals diefstal, geweld, bedreiging of oplichting. De rechter geeft meestal meteen een uitspraak. De straf kan een geldboete, taakstraf of een paar maanden gevangenisstraf zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Meervoudige kamer
De meervoudige kamer behandelt ernstige strafbare feiten waarvoor je meer dan 1 jaar gevangenisstraf kunt krijgen, zoals zware mishandeling, mensenhandel, verkrachting of moord. Deze kamer bestaat uit drie rechters. De rechtbank doet meestal na twee weken uitspraak.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoger beroep gaan
Als de verdachte of de officier van justitie het niet eens is met een uitspraak van de rechter, kunnen ze in hoger beroep gaan. Dan wordt de zaak opnieuw bekeken door een hogere rechter bij het gerechtshof.
Als ze het nog steeds niet eens zijn met de uitspraak of de manier waarop de rechtszaak is verlopen, kunnen ze in cassatie gaan. Dan komt de zaak bij de Hoge Raad terecht.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechters in hoger beroep
1. Gerechtshof
Zaken in hoger beroep worden behandeld door het gerechtshof. Ze kijken opnieuw naar de feiten en bewijzen. De straf kan hoger of lager uitvallen.
2. Hoge Raad
De Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland. Ze kijken niet naar de feiten, maar alleen of de rechtszaak op de juiste manier is verlopen. Als dat niet zo is, moet de zaak opnieuw bij het gerechtshof worden behandeld. Als alles juist is gegaan, blijft de uitspraak staan.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 8 stappen van een rechtszaak:
1. Opening: De rechter controleert of de verdachte de juiste persoon is.
2. Aanklacht: De officier van justitie vertelt waar de verdachte van wordt beschuldigd.
3. Verhoor getuigen/deskundigen: Getuigen en deskundigen worden ondervraagd door de rechter, officier van justitie en advocaat.
4. Verhoor verdachte: De verdachte wordt ondervraagd door de rechter, officier van justitie en advocaat.
5. Requisitoir: De officier van justitie legt uit waarom de verdachte schuldig is en welke straf hij eist.
6. Pleidooi: De advocaat van de verdachte legt het verhaal van de verdachte uit.
7. Laatste woord: De verdachte krijgt de kans om zijn verhaal te doen of spijt te betuigen.
8. Vonnis: De rechter spreekt de uitspraak en de straf uit als hij overtuigd is van schuld.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het vonnis
Het vonnis is de uitspraak van de rechter. De rechter beslist of de verdachte schuldig of onschuldig is en welke straf hij krijgt als hij schuldig is.



Is het een strafbaar feit?
Kan bewezen worden dat het feit is gepleegd?
Is de dader strafbaar?
Welke straf of maatregel moet worden opgelegd?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vier vragen van een rechter:
1. Is het een strafbaar feit?
2. Kan bewezen worden dat het feit is gepleegd?
3. Is de dader strafbaar?
4. Welke straf of maatregel moet worden opgelegd?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je voor de 5e keer wordt opgepakt voor fietsendiefstal, dan krijg je te maken met de:
A
Kantonrechter
B
Politierechter
C
Hoge Raad
D
Meervoudige Kamer

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen de officier van justitie kan in hoger beroep gaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke volgorde van een rechtszaak klopt?
A
Opening - Onderzoek - Aanklacht - Pleidooi
B
Opening - Verhoor - Pleidooi - Requisitoir
C
Opening - Aanklacht - Pleidooi - Laatste woord
D
Opening - Vonnis - Requisitoir - Pleidooi

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar houdt de rechter doorgaans GEEN rekening mee?
A
Uiterlijke kenmerken van een verdachte.
B
Of het gepleegde delict strafbaar is.
C
De leeftijd van de verdachte.
D
Wat eerdere rechters hebben gezegd.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Cassatie
  • Gerechtshof
  • Hoge Raad
  • Hoger beroep
  • Kantonrechter
  • Meervoudige Kamer
  • Officier van justitie
  • Openbaar Ministerie
  • Pleidooi
  • Politierechter
  • Rechtsbescherming
  • Rechtsstaat
  • Requisitoir
  • Schikken
  • Seponeren
  • Strafbeschikking
  • Vonnis
  • Vervolgen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies