Signaalwoorden

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

LEESSTRATEGIEËN, VRAAGSOORTEN, SIGNAALWOORDEN

Het centraal examen voor Engels bestaat uit:

1. een leestekst met vragen en een betoogopdracht
2. tien tot vijftien teksten van verschillende lengtes
3. vier lange teksten over actuele onderwerpen
4. een lange tekst en een reflectieopdracht over je boekenlijst

Bij welke teksten gebruik je de leesstrategie: 'voorspellend lezen'

1. korte teksten
2. lange teksten
3. teksten die bestaan uit meerdere korte teksten
4. alle teksten

Hoe kun je je het beste voorbereiden voor het centraal examen?

1. heel veel oefenen met oude examens
2. examenidioom, signaalwoorden leren
3. krantenartikelen lezen op internet en moeilijke woorden bijhouden
4. leesstrategieën en vraagsoorten doornemen

Het examen bestaat uitsluitend uit meerkeuzevragen. Beantwoord met 'Waar' of 'Onwaar'.

1. waar
2. onwaar

Als er over een bepaalde bewering niets wordt gezegd moet je een beroep doen op je interpretatievermogen. Beantwoord met 'Juist' of 'Onjuist'.

1. Juist
2. Onjuist

Als je de betekenis van een antwoordoptie bij een gatenvraag niet kent moet je de betekenis raden. Antwoord met 'Wel' of 'Niet'.

1. wel
2. niet

Bij meerkeuzevragen zijn er altijd vier opties om uit te kiezen. Beantwoord met 'Juist' of 'Onjuist'.

1. juist
2. onjuist

Bij een citeervraag moet je...

1. ... de eerste twee en de laatste twee woorden van een zin opschrijven
2. ...nauwkeurig doen wat de opgave van je vraagt
3. ... de eerste twee woorden van een zin opschrijven
4. ... de hele zin overschrijven met aanhalingstekens

Which language do you use to answer this question?

What does paragraph two refer to?

refer to =

1. verwijzen naar
2. bewijzen
3. terugkijken naar
4. naar voren brengen

what is said in the text regarding ...?

regarding = ?

1. kijkend naar
2. met betrekking tot
3. over
4. desalniettemin

'stress' =

1. stressen
2. benadrukken
3. verwijzen naar
4. laten zien

to question =

1. een vraag stellen
2. bevragen
3. onderzoeken
4. een vraag beantwoorden

in what respect =

1. in welk opzicht
2. met hoeveel respect
3. hoe netjes
4. wat betreft

to outline

1. onderstrepen
2. benadrukken
3. illustreren
4. schetsen

to emphasize

1. empathie tonen
2. tegenspreken
3. benadrukken
4. voorbeeld geven

to account for

1. een account aanmaken
2. je laten gelden
3. laten zien
4. verklaren

Signaalwoorden

Geven tekstverband aan. Belangrijk voor je tekstbegrip!

=> wat is de functie?

=> wat is de vertaling?

also

1. vertaling: ook functie: tegenstelling
2. vertaling: als functie: tegenstelling
3. vertaling: ook functie: opsomming
4. vertaling: als functie: tegenstelling

because

1. vertaling: omdat functie: conclusie
2. vertaling: omdat functie: reden/oorzaak
3. vertaling: aangezien functie: conclusie
4. vertaling: aangezien functie: reden/oorzaak

conversely
In real life, nobody was all bad, nor, conversely, all good.

1. vertaling: daarentegen functie: tegenstelling
2. vertaling: toch functie: tegenstelling
3. vertaling: alsook functie: opsomming
4. vertaling: dus functie: conclusie

still
She had studied for hours, but she still struggled to grasp the complex concepts.

1. vertaling: tegenwoordig functie: tijd/volgorde
2. vertaling: tijdens functie: tijd/volgorde
3. vertaling: toch functie: tegenstelling
4. vertaling: tenzij functie: voorwaarde

bovendien (opsomming/uitbreiding)

1. what is more
2. furthermore
3. in addition
4. alle bovenstaande

therefore
School is closed today; therefore, the kids are sleeping in.

1. daarom
2. ten eerste
3. voordat
4. daarvoor

Welk woord geeft géén gevolg/conclusie aan?

1. as a result
2. thus
3. hence
4. similarly

Welk woord geeft géén tegenstelling aan?

1. however
2. while
3. whereas
4. if

welk woord geeft géén voorbeeld aan?

1. initially
2. for example
3. for instance
4. such as

Welk woord geeft géén tegenstelling aan?

1. likewise
2. although
3. yet
4. but

Uitbreiding/

opsomming

Reden/

oorzaak

Tegenstelling

Gevolg/

conclusie

consequently

therefore

whereas

furthermore

as well as

meanwhile

for

since

I love drinking coffee even though it keeps me awake at night.

translate: 'even though'

1. behalve
2. hoewel
3. daarentegen
4. bovendien

Provided you pay the price, you will be able to enter the festival.

translate: 'provided'

1. mits, op voorwaarde dat
2. bijvoorbeeld
3. uiteindelijk
4. voor[dat]

Fill in the correct signal word:
Climates are changing ______ global warming.

1. in spite of
2. as a result of
3. in order to
4. although

Emphasis

Addition

Contrast

Result

however

in contrast

above all

furthermore

nevertheless

most importantly

on the other

consequently

certainly

besides

moreover

what is more

due to

therefore

so

that is why

for instance

although

in fact