Signaalwoorden

Signaalwoorden
Geven tekstverband aan. Belangrijk voor je tekstbegrip!

=> wat is de functie?
=> wat is de vertaling?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden
Geven tekstverband aan. Belangrijk voor je tekstbegrip!

=> wat is de functie?
=> wat is de vertaling?

Slide 1 - Tekstslide

also
A
vertaling: ook functie: tegenstelling
B
vertaling: als functie: tegenstelling
C
vertaling: ook functie: opsomming
D
vertaling: als functie: tegenstelling

Slide 2 - Quizvraag

because
A
vertaling: omdat functie: conclusie
B
vertaling: omdat functie: reden/oorzaak
C
vertaling: aangezien functie: conclusie
D
vertaling: aangezien functie: reden/oorzaak

Slide 3 - Quizvraag

conversely
A
vertaling: daarentegen functie: tegenstelling
B
vertaling: toch functie: tegenstelling
C
vertaling: alsook functie: opsomming
D
vertaling: dus functie: conclusie

Slide 4 - Quizvraag

still
A
vertaling: tegenwoordig functie: tijd/volgorde
B
vertaling: tijdens functie: tijd/volgorde
C
vertaling: toch functie: tegenstelling
D
vertaling: tenzij functie: voorwaarde

Slide 5 - Quizvraag

bovendien (opsomming/uitbreiding)
A
what is more
B
furthermore
C
in addition
D
alle bovenstaande

Slide 6 - Quizvraag

therefore
A
daarom
B
ten eerste
C
voordat
D
daarvoor

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord geeft géén gevolg/conclusie aan?
A
as a result
B
thus
C
hence
D
similarly

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord geeft géén tegenstelling aan?
A
however
B
while
C
whereas
D
if

Slide 9 - Quizvraag

welk woord geeft géén voorbeeld aan?
A
initially
B
for example
C
for instance
D
such as

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord geeft géén tegenstelling aan?
A
likewise
B
although
C
yet
D
but

Slide 11 - Quizvraag

Uitbreiding/
opsomming
Reden/
oorzaak
Tegenstelling
Gevolg/
conclusie
consequently
therefore
whereas
furthermore
as well as
meanwhile
for
since

Slide 12 - Sleepvraag