Hst 28 Voltooid en onvoltooid deelwoord

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
Samen lezen 

hst 28 voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen blz. 117 
R: Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van het voltooid en onvoltooid deelwoord
T1: Ik kan in een zin een passende vorm van het voltooid en onvoltooid deelwoord invullen
T2: Ik kan bijzonderheden in de spelling van het van het voltooid en onvoltooid deelwoord uitleggen.  
I: Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de spelling van het van het voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Morgen
Kern-boek mee

Laptop mee (voor Numo)


Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 
spellen van voltooid en onvoltooid deelwoord 

zelf oefenen met opdrachten, Numo 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 28 
lees de theorie nog een keer goed door en maak 
1 t/m 4  en 6 t/m 9  

Slide 16 - Tekstslide

Hst 28 
Huiswerk op tafel 

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden 3 + 4 
3 a gebeurt      b voltooid    c beïnvloedt   d belooft  
e verstuurd   f.  bewaart
4 a 
- Het is wel eens voorgekomen dat ik mijn telefoon in de wc liet vallen.
- Ik heb nog net voorkomen dat ik mijn telefoon in de wc liet vallen. 
b De spelling is anders, namelijk: is voorgekomen en heeft voorkomen. 

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden 6 
a uitkijkend
b verdwenen
c Smalend
d voortdurend
e dansend
f verschrikt

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden 7 
a opvallend, reflecterende
b stijgende, liggende, gebracht
c Afgelopen, langsgekomen, vallende
d Teleurstellend, besmeurd
e uitgebreide, gebruikte, bedreigde
f blijvend, verlaagd

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden 8 
De bijvoeglijke naamwoorden zijn: reflecterende, stijgende, liggende, uitgebreide, gebruikte en bedreigde.

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden 9
a opgeruimd – opruimen
ontzettend – ontzetten
b Nee. Met ‘opgeruimd’ wordt hier namelijk bedoeld ‘goed gehumeurd’ of ‘blij’, dit heeft niets met ‘opruimen’ te maken. ‘Ontzettend’ betekent ‘heel erg’. Terwijl het werkwoord ‘ontzetten’ zoiets = betekent als ‘bevrijden’ of ‘uit zijn verband brengen’.
c Bijvoorbeeld: Hij was laaiend enthousiast.

Slide 22 - Tekstslide