a is (persoonsvorm), uitgebreid (voltooid deelwoord)
b leerde (persoonsvorm), kennismaken (infinitief)
c hakkend (onvoltooid deelwoord), bakkend (onvoltooid deelwoord), roerend (onvoltooid deelwoord), deelt (persoonsvorm) , koken (infinitief)
d hebben (persoonsvorm), ontvangen (voltooid deelwoord)
e moet (persoonsvorm), laten (infinitief), doen (infinitief), laten (infinitief), uitvinden (infinitief)
f doende (onvoltooid deelwoord), leert (persoonsvorm)