ravj - 2.7 t/m 2.14

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Programma
 - Lesdoelen
 - Theorie
 - Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kan je verklaren dat rente de prijs is voor het uitstellen van je consumptie
Kan je uitleggen waarom sparen en lenen voorbeelden zijn van ruilen over tijd
Kan je uitleggen wat voorraadgrootheden en stroomgrootheden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Ruilen over tijd

Slide 4 - Tekstslide

Ruilen over tijd
Ruilen over tijd: het uitstellen of vervroegen van je consumptie. 

Sparen: Je stelt je consumptie uit. 
Lenen: Je vervroegt je consumptie. 

Slide 5 - Tekstslide

Ruilen over de tijd 
Consument

Slide 6 - Tekstslide

Ruilen over tijd, wat is dat ?
Als je ruilt over de tijd kies je ervoor om of in het heden of in de toekomst meer geld tot je eigen beschikking te hebben. 

Voorbeelden:
Wie spaart                                                 Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd
Als je geld leent                                      Ook vervroegen van consumptie betekent ruilen over tijd
Je eigen pensioensopbouw             Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: koop of afbetaling

Slide 8 - Tekstslide

Kosten en beloningen van ruilen over tijd
- Lenen verhoogt de koopkracht, hiervoor betaal ik rente.
- Ik haal mijn besteding/koopkracht naar voren in de tijd

- Sparen verhoogt later mijn koopkracht. Voor het uitstellen van mijn aankoop krijg ik rente. 
- Mijn besteding/koopkracht schuif ik naar voren in de tijd

Slide 9 - Tekstslide

Stroom- en Voorraadgrootheid
Als je je financiële situatie op een rijtje wilt zetten dan kan je dat op twee manieren doen

1. stroomgrootheid
2. voorraadgrootheid

Slide 10 - Tekstslide

Stroomgrootheid

Stroomgrootheden meet je over een bepaalde periode, dus bijvoorbeeld: je inkomen in de maand november


Andere voorbeelden: rente, afschrijvingen en aflossingen


Slide 11 - Tekstslide

Voorraadgrootheid

 Voorraadgrootheden meet je op een bepaald moment, dus bijvoorbeeld: je spaargeld op 29 november 2021


Andere voorbeelden: schuld, waarde van je auto

Slide 12 - Tekstslide

studeren is ruilen over de tijd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samenvattend
Studeren = investeren in menselijk kapitaal / human capital (kennis en vaardigheden)
Studeren = het vergroten van jouw verdiencapaciteit (het bedrag dat jij maximaal kan verdienen)

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met 2.14 

Tot en met 2.14 is huiswerk.

Slide 18 - Tekstslide