les 29/11

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je het verschil tussen een persoonsvorm en voltooid deelwoord 
- kun je op de juiste manier een voltooid deelwoord spellen
- kun je een voltooid deelwoord spellen als deze bijvoeglijk gebruikt is 

Pak allemaal je laptop erbij!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je het verschil tussen een persoonsvorm en voltooid deelwoord 
- kun je op de juiste manier een voltooid deelwoord spellen
- kun je een voltooid deelwoord spellen als deze bijvoeglijk gebruikt is 

Pak allemaal je laptop erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
  • begint vaak met ge-, her-, ver- of be- 
  • kan een deel zijn van het werkwoordelijk gezegde: er staat dan een vorm bij van het werkwoord hebben, zijn of worden

Zij hebben de hele avond gedanst
Er werd aan hem gevraagd of hij ook langs wilde komen

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

  • Een voltooid deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
De ingehaalde toets / de verborgen camera / de gebroken vaas
  • Je schrijft een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk!
De verbrede weg
  • Maar let op: je moet rekening houden met de uitspraak
Het geredde kind

Slide 3 - Tekstslide

VD als BN
De baby werd gevoed - de ... baby
De melk werd door het kindje gemorst - de ... melk
Het kindje heeft daarna hard gehuild - het ... kindje

Slide 4 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...
A
Zo lang mogelijk
B
Zo kort mogelijk

Slide 5 - Quizvraag

Afgelopen weken "besteden" we veel tijd aan werkwoordspelling.

Wat is besteden voor woord?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

Welke is juist gespeld?
A
Het verlate feest
B
Het verlaatte feest

Slide 7 - Quizvraag

Er "gebeurt" nooit wat in ons dorp.

Wat is gebeurt voor woord?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Er is nog nooit wat spannends in ons dorp "gebeurd".

Wat is gebeurd voor woord?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel

Slide 10 - Quizvraag

(vergeten) De ... groente

Hoe spel je dit woord?
A
vergeette
B
vergeten
C
vergeet
D
vergete

Slide 11 - Quizvraag

(besteden) De ... tijd

Hoe spel je dit woord?
A
besteede
B
besteden
C
besteedde
D
bestede

Slide 12 - Quizvraag

(vergroten) De ... foto

Hoe spel je dit woord?
A
vergrootte
B
vergrote
C
vergroote
D
vergroten

Slide 13 - Quizvraag

Er is een prachtige route "gelopen".

Wat is gelopen voor woord?
A
onvoltooid deelwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voltooid deelwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Weet je nu:
- hoe je het verschil tussen een persoonsvorm en voltooid deelwoord?
- hoe je op de juiste manier een voltooid deelwoord moet spellen?
- hoe je een voltooid deelwoord moet spellen als deze bijvoeglijk gebruikt is?








Huiswerk: 
Spelling werkwoorden §11
Blz. 242, 243
  • Opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 15 - Tekstslide