Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Geef nog een keer een voorbeeld van een voltooid deelwoord
1 / 27
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Geef nog een keer een voorbeeld van een voltooid deelwoord

Slide 1 - Open vraag

Zie je het verschil? 
1: Ik heb de bananen gezocht

2: Daar zijn de gezochte bananen

Slide 2 - Tekstslide

Zie je het verschil? 
1: Ik ben met werken gestopt 

2: Het gestopte werk 

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg 
Een voltooid deelwoord kun je ook gebruiken als bijvoeglijk naamwoord: de gezochte bananen, het gestopte werk, de verhuisde kinderen, de geschilderde muren. 
Je schrijft dit dan zo kort mogelijk! 

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: 
Het geadopteerde kind

ik schrijf maar één d!!! Zo kort mogelijk dus! 

Slide 5 - Tekstslide

Scheuren - Ik maak mijn ... broek.

Slide 6 - Open vraag

Verven - De schilder verliet het ... huis.

Slide 7 - Open vraag

Opscheppen - Vind jij het ... eten lekker?

Slide 8 - Open vraag

Kronen - De ... prins is nu koning.

Slide 9 - Open vraag

Maken - De ... fout werd verbeterd.

Slide 10 - Open vraag

Werken - De ... postbode bezorgt zijn brieven.

Slide 11 - Open vraag

Vegen - De ... vloer is mooi schoon.

Slide 12 - Open vraag

Knuffelen - De ... kat begon te spinnen.

Slide 13 - Open vraag

Pesten - Het ... dier begon te grommen.

Slide 14 - Open vraag

Vertellen - De ... mop was heel grappig.

Slide 15 - Open vraag

Opvouwen - De ... handdoeken liggen in de kast.

Slide 16 - Open vraag

Openen - De ... doos staat in de kelder.

Slide 17 - Open vraag

Fietsen - De ... afstand was wel 20 kilometer!

Slide 18 - Open vraag

Dweilen - De ... vloer is nog nat.

Slide 19 - Open vraag

Maken - De goed ... toets mag morgen mee naar huis.

Slide 20 - Open vraag

Raden - Dat zijn alle ... antwoorden.

Slide 21 - Open vraag

Braden - Ik hou van ... kip.

Slide 22 - Open vraag

Welke regels hebben we nu geleerd? 

Slide 23 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik smurf
Hij smurft
Wij smurven 

Slide 24 - Tekstslide

Verleden tijd 
Ik smurf  (of te)
Hij smurfde (of te)
Wij smurfden (of ten) 

Slide 25 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Ik ben gestopt
Hij heeft geverfd 
Wij zijn geaaid 

2 regels: verlengen en sexy fokschaap!! 

Slide 26 - Tekstslide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord 

De geverfde schuur
De geraden antwoorden 

Slide 27 - Tekstslide