Voorbereiding toets / samenwerken

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Voorbereiding toets / samenwerken

Ga vast samen met je groepje zitten. Iedereen aan een eigen tafel!

Prenez votre livre et votre trousse 

Un/ Une/ Des

Wat weet je?

Op de poster

• Het verschil tussen le/la/l'/les en un/une
• Wat gebruik je bij vrouwelijke woorden? Wat bij mannelijke woorden?
•  Vergelijking met Nederlands
• Creativiteit
• max 20 minuten hievoor!

Samenwerken poster

• Je schuift tafels echt in een groepje van 4
• Je spreekt elkaar aan op gedrag.
• Geef elkaar rollen. Wie leest de informatie? Wie tekent er? Wie schrijft er? Wie controleert de rest?
• Je praat over de opdracht 

Samenwerkend leren Johnson & Johnson 1999a

Vul de juiste vorm van être in:
Vous ________ (être)

1. suis
2. es
3. êtes
4. sommes

Wat betekent het persoonlijk voornaamwoord: Nous

1. Wij
2. Jullie
3. U
4. Hij

Welk persoonlijk voornaamwoord gebruiken we hier?

1. Il
2. Je
3. Elle
4. Elles

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Ik

1. Je/j'
2. Tu
3. Il
4. Elle

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Jullie

1. Nous
2. Ils
3. Elles
4. Vous

Welk woord is geen persoonlijk voornaamwoord?

1. nous
2. vous
3. oui
4. ils

Vul de juiste vorm van être in:
Ils ________ (être)

1. suis
2. es
3. êtes
4. sont

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)

1. avez
2. as
3. ont
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Il ________ (avoir)

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)

1. suis
2. est
3. êtes
4. sommes

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)

1. ai
2. as
3. a
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ________ (avoir)

1. ai
2. as
3. ont
4. avons

Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)

1. suis
2. es
3. êtes
4. sommes

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)

1. sont
2. ont
3. avez
4. a

Welk persoonlijk voornaamwoord gebruiken we hier?

1. Elles
2. Ils
3. Elle
4. Vous

Les devoirs

Tu fais le diagnostische toets

Mercredi 4e uur