Activerende werkvormen

Activerende werkvormen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsMBO

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 28 min

Onderdelen in deze les

Activerende werkvormen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat activerende werkvormen zijn en waarom ze belangrijk zijn 

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
Starten met een Energizer (ijsbreker)  
Uitleg over de soorten activerende werkvormen
Aan de slag met activerende werkvormen 
Nabespreken doormiddel van een Quiz

Slide 3 - Tekstslide

Stelling...

Is dit bij jou van toepassing          --> Staan 
Is dit niet bij jou van toepassing --> Zitten 

Slide 4 - Tekstslide

Ik drink liever koffie dan thee 

Slide 5 - Tekstslide

Ik maak in mijn lessen al gebruik van actieve werkvormen 

Slide 6 - Tekstslide

Ik kan een voorbeeld noemen van een actieve werkvorm 

Slide 7 - Tekstslide

Het werkt goed om de cursisten te laten bewegen

Slide 8 - Tekstslide

Ik gebruik wel eens een Energizer in mijn lessen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is nu eigenlijk een activerende werkvorm?

''Activerende werkvormen zetten cursisten actief aan het werk met de
lesstof, waarbij ze academische vaardigheden ontwikkelen en waarbij gebruik gemaakt wordt van situaties uit de praktijk. Deze werkvormen prikkelen cursisten om actief aan het werk te gaan met kennis.''


Slide 10 - Tekstslide

Doel van activerende werkvormen 

  • Kennis beklijft beter door actieve betrokkenheid bij het leren.
  • Het leerplezier wordt verhoogd.
  • Effectieve les.

Slide 11 - Tekstslide

Uitgangspunten voor een geschikte werkvorm

1. Wat is het doel van de les?
2. Voor welke groep cursisten is deze les bedoeld en welke sturing hebben zij nodig?
3. Welke werkvormen passen dan het beste bij de verschillende fasen van een les?

Slide 12 - Tekstslide

Effectiviteit
Vier randvoorwaarden:
  • Op niveau.
  • Bijdragen aan het behalen van de lesdoelen (kennis, vaardigheden).
  • Aansluiten op de behoefte van de begeleiding.
  • Passen bij jouw als docent.

Slide 13 - Tekstslide

Soorten werkvormen
  • ijsbreker
  • spelvormen
  • discussievormen
  • werkopdrachten
  • docent gecentreerde werkvormen


Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag! 
Wat: Je wordt opgedeeld in een groepje 
Iedere groep krijgt een spel

Hoe: Je gaat nu met je groepje het spel spelen. Daarna wisselen door. Na afloop bespreken we diverse spellen en hoe we diverse onderwerpen kunnen aanbieden in diverse werkvormen.  

Uitkomst:  De groep heeft nu ideeën hoe je het spellen kunt inzetten in hun les! 

Slide 15 - Tekstslide

Quiz
Wat weet je nu over activerende werkvormen....

Slide 16 - Tekstslide

Bij een activerende werkvorm gaat het er voornamelijk om de cursist te laten bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een activerende werkvorm heeft als doel de cursist actief bezig te laten gaan met de lesstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van activerende werkvormen inzetten in je les?
A
Om cursisten te vervelen
B
Om de betrokkenheid en participatie van cursisten te vergroten
C
Om het de docent makkelijker te maken
D
Om de groep beter met elkaar om te laten gaan

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van activerende werkvormen?
A
passief leren
B
minimaliseert betrokkenheid
C
bevordert actief leren
D
beperkt interactie tussen cursisten

Slide 20 - Quizvraag

Welk type leeromgeving stimuleren activerende werkvormen?
A
Competitieve leeromgeving
B
Passieve leeromgeving
C
Interactieve leeromgeving
D
Drukke leeromgeving

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan activerende werkvormen helpen verbeteren bij cursisten?
A
Kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden
B
Het vermogen om te multitasken
C
Passieve luistervaardigheden
D
Het vermogen om goed te plannen

Slide 22 - Quizvraag

Noem twee voorbeelden van activerende werkvormen

Slide 23 - Open vraag

Welke activerende werkvorm gebruik jij wel eens in je lessen?

Slide 24 - Open vraag

Waarom zijn activerende werkvormen belangrijk om te gebruiken in je lessen?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide