Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze niet zo snel.
De 2 botten van het gewricht zitten aan elkaar vast met het gewrichtskapsel.
Het gewrichtskapsel houdt de botten op hun plaats.
De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.