1 vmbo-kgt thema 4.3 Stevigheid en beweging: beenverbindingen

Thema 4 Stevigheid en beweging
4.3 Beenverbindingen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Stevigheid en beweging
4.3 Beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 4.1 Het skelet en 4.2 Botten
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 4.3 Beenverbindingen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Geef de naam van onderdeel 25?
A
schouderblad
B
sleutelbeen
C
rib
D
borstbeen

Slide 3 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel 11
A
bovenarm
B
opperarmbeen
C
spaakbeen
D
ellepijp

Slide 4 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel 20
A
scheenbeen
B
dijbeen
C
kuitbeen
D
spaakbeen

Slide 5 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel 16
A
heupbeen
B
heiligbeen
C
bekken
D
staartbeen

Slide 6 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel 10
A
borstbeen
B
wervel
C
ribben
D
bostkas

Slide 7 - Quizvraag

Waarvan zijn je botten gemaakt
A
Lijmstof en kleurstof
B
Kleurstof en Kalkstof
C
Kalkstof en lijmstof
D
Kleurstof en kalkstof

Slide 8 - Quizvraag

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot buigzaam is en kalkstof zorgt ervoor dat een bot hard is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof dan kalkstof?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

De beenderen van een kind bevatten meer lijmstof dan de beenderen van een oud persoon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

leerdoelen vandaag (4.3)
Aan het einde van de les:
- kun je 4 beenverbindingen onderscheiden
- kun je de bouw van een gewricht beschrijven
- ken je het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding
Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Sommige verbindingen zijn beweegbaar, andere niet.

Slide 13 - Tekstslide

4.3 Beenverbindingen
Botten kunnen op 4 manieren met elkaar verbonden zijn:
1. vergroeid
2. met een naad
3. met kraakbeen
4. met een gewricht

Er zijn beenverbindingen met beweging en zonder beweging.

Slide 14 - Tekstslide

1. vergroeid
Het heiligbeen bestaat uit wervels die met elkaar vergroeid zijn.

Ook het staartbeen bestaat uit vergroeide wervels.

Tussen deze botten is geen beweging mogelijk.

Slide 15 - Tekstslide

2. naadverbinding
De botten van de schedel zitten aan elkaar vast met naden.

Tussen deze botten is geen beweging mogelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Bij baby's zit er nog ruimte tussen de naden van de schedelbeenderen.

Zo'n ruimte heet een fontanel.

Hierdoor is er bij baby's tussen de schedelbeenderen een beetje beweging mogelijk.

Slide 17 - Tekstslide

3. kraakbeen
Sommige botten zijn door kraakbeen met elkaar verbonden.

Tussen 2 wervels zit een schijfje van kraakbeen. Door dit kraakbeen kunnen de wervels een beetje bewegen en kan je je rug buigen.


Slide 18 - Tekstslide

Ook tussen je ribben en je borstbeen zit kraakbeen.
En tussen de ribben en de wervels zit een gewricht.

Door het kraakbeen en de gewrichten kan je borstkas groter en kleiner worden als je ademhaalt.

Slide 19 - Tekstslide

4. gewricht
Een gewricht is een verbinding tussen 2 botten. Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijk bewegen.

Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere bot heeft een gewrichtskom.

De gewrichtskogel kan bewegen in de gewrichtskom.

Slide 20 - Tekstslide

4. gewricht
Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze niet zo snel.

De 2 botten van het gewricht zitten aan elkaar vast met het gewrichtskapsel.
Het gewrichtskapsel houdt de botten op hun plaats.
De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.

Slide 21 - Tekstslide

Bij sommige gewrichten zit er ook stevige kapselbanden om het gewricht heen.

De kapselbanden helpen om de botten op hun plaats te houden.

Slide 22 - Tekstslide

4.3 Beenverbindingen
Er bestaan verschillende soorten gewrichten.
De belangrijkste 2 zijn:
- kogelgewrichten
- scharniergewrichten

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

4.3 Beenverbindingen
kogelgewricht:
- de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot
- dit gewricht kan alle kanten op bewegen

bijvoorbeeld je schoudergewricht en heupgewricht

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

je gewrichten
scharniergewricht:
- 2 botten bewegen als een scharnier van een deur
- alleen heen en weer bewegen

bijvoorbeeld je knie en de gewrichten in je vingers

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 34 - Tekstslide

zelf aan de slag
4.3 Beenverbindingen: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 1 t/m 4, 6 en 7 maken
(vanaf blz. 24)

Slide 35 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je 2 manieren onderscheiden waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn
- kun je de delen van een gewricht noemen met hun functies
- kun je kogelgewrichten en scharniergewrichten onderscheiden

Slide 36 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je 4 beenverbindingen onderscheiden
- kun je de bouw van een gewricht beschrijven
- ken je het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht

Slide 37 - Tekstslide