1HVe 2.2 Botten bewegen

Nectar 1.1 + H2 Bewegen
Les 3: Alles over botten
  • Herh. 2.1
  • 2.2 Botten bewegen

Let op: SO 1.1 + 2.1 + 2.2 volgende week!

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nectar 1.1 + H2 Bewegen
Les 3: Alles over botten
  • Herh. 2.1
  • 2.2 Botten bewegen

Let op: SO 1.1 + 2.1 + 2.2 volgende week!

Slide 1 - Tekstslide

Been bestaat uit...
A
Veel kalk, weinig lijmstof
B
Veel kalk, veel lijmstof
C
Weinig kalk, weinig lijmstof
D
Weinig kalk, veel lijmstof

Slide 2 - Quizvraag

Kraakbeen bestaat uit...
A
Veel kalk, weinig lijmstof
B
Veel kalk, veel lijmstof
C
Weinig kalk, weinig lijmstof
D
Weinig kalk, veel lijmstof

Slide 3 - Quizvraag

In welk skelet vind je meer kraakbeen? Iemand van 15 jaar of iemand van 65 jaar?
A
Iemand van 15 jaar
B
Iemand van 65 jaar
C
Beide evenveel

Slide 4 - Quizvraag

Aan welk soort wervels zitten ribben vast?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 5 - Quizvraag

Door welke twee eigenschappen kan een wervelkolom schokken opvangen?

Slide 6 - Open vraag

2.2 - Botten bewegen

Slide 7 - Tekstslide

2.2 Leerdoelen
  • Je kunt de verbindingen van botten noemen en aangeven hoe beweeglijk die zijn. 
  • Je kunt de onderdelen van een gewricht benoemen en beschrijven hoe een gewricht werkt. 
  • Je kunt de soorten gewrichten benoemen en beschrijven welke bewegingen ze kunnen maken. 


Slide 8 - Tekstslide

Hoe zitten botten aan elkaar?

Slide 9 - Tekstslide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Link

Hoe werkt een gewricht?
  • De bolle gewrichtsknobbel past precies in de gewrichtskom. 
  • Tussen de boten zit een dun laagje kraakbeen 
  •  Gewrichtskapsel, dit houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht. 
  • Het gewrichtskapsel  maakt gewrichtsmeer.
  • Kapselbanden zorgen voor extra versteviging 

Slide 12 - Tekstslide

Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Link

Kniegewricht
  • gewrichtsbanden en kruisbanden houden dijbeen en scheenbeen bij elkaar. 
  • De gewrichtsknobbels passen goed op de buitenste en binnenste meniscus (kraakbeen)
  • Je knie kan dankzij het kraakbeen kleien draai en schijfbewegingen maken. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

5 typen Gewrichten

  1. Kogelgewricht
  2. Scharniergewricht
  3. Rolgewricht
  4. Zadelgewricht
  5. Eivormig gewricht

Slide 17 - Tekstslide

Gewrichten
- Kogelgewricht


- Rolgewricht


- Scharniergewricht

Slide 18 - Tekstslide

Kogelgewricht

Slide 19 - Tekstslide

Kogelgewricht
  • Het kogelgewricht is het meest beweeglijk

  • De ronde knobbel draait in de kom. 


Slide 20 - Tekstslide

Schaniergewricht
Tussen de vingerkootjes zit een scharniergewricht. Daarbij beweegt het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot. Je kunt alleen een beweging heen en terug maken.

Slide 21 - Tekstslide

Scharniergewricht
Een scharniergewricht kan in één beweging heen en weer bewegen. 

Denk aan een deur die open en dicht gaat. 

Slide 22 - Tekstslide

Rolgewricht
Een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
 

De ellepijp blijft aan de kant van de pink

Slide 23 - Tekstslide

5 typen Gewrichten

  1. Kogelgewricht
  2. Scharniergewricht
  3. Rolgewricht
  4. Zadelgewricht
  5. Eivormig gewricht

Slide 24 - Tekstslide

Een naadverbinding is
A
een beetje beweeglijk
B
beweeglijk
C
niet beweeglijk

Slide 25 - Quizvraag

welke van onderstaande beenverbindingen is een vergroeiing?
A
schedelbeenderen
B
heiligbeenderen
C
wervels

Slide 26 - Quizvraag

Welk van de plaatjes is een kraakbeenverbinding
A
B
C
D

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen scharniergewricht?
A
Elleboog
B
Knie
C
Vingerkootje
D
Ellepijp en spaakbeen gewricht

Slide 28 - Quizvraag

Een rolgewricht is een verbinding tussen
A
spaakbeen en ellepijp
B
ellepijp en opperarmbeen
C
dijbeen en scheenbeen
D
borstbeen en rib

Slide 29 - Quizvraag

Welk nummer geeft de gewrichtsknobbel aan?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de taak van het gewrichtskapsel?
A
Geeft extra versteviging.
B
Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
C
Voorkomt dat de botten slijten
D
Hierdoor beweegt het gewricht soepel

Slide 31 - Quizvraag

Huiswerk
- Maken 2.2 opdr. 6 t/m 10

Leren 1.1, 2.1 en 2.2 --> SO!

Slide 32 - Tekstslide