7.2 Bestuiving en 7.4 Bevruchting

Aankondiging
Let op: as donderdag heb je een SO over 7.1, 7.2 en 7.4 

Donderdag tot 23.59 de tijd om je eendenverslag in te leveren. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Aankondiging
Let op: as donderdag heb je een SO over 7.1, 7.2 en 7.4 

Donderdag tot 23.59 de tijd om je eendenverslag in te leveren. 

Slide 1 - Tekstslide

Stuifmeel
Stuifmeel wordt in de helmhokjes gemaakt. Het bestaat uit mannelijke cellen die verspreid worden door insekten of de wind. 

Slide 2 - Tekstslide

Als je even een boom vol stuifmeel schud... 
Windbloemen
Bij windbloemen zorgt de wind voor bestuiving. 

De bloemen zijn meestal klein en groen. Ze maken geen nectar en hebben geen geur (hoeven geen insecten aan te trekken natuurlijk). 
De meeldraden hangen buiten de bloem en hun stempels zijn groot (lijken vaak op veren van vogels). 
De meeldraden maken ontzettend veel stuifmeel omdat de kans op bestuiving veel kleiner is. Denk vooral aan bomen en grassen. 

Slide 3 - Tekstslide

Een spin die in een klaproos zit en daar onder het plakkerige stuifmeel is komen te zitten. 
Insectenbloem
Bij een insectenbloem zorgen insecten voor bestuiving. 

De bloemen zijn groot en opvallend gekleurd. Ook ruiken ze lekker en maken ze nectar om de insecten te lokken. 
De meeldraden zitten in de bloem en de stempels zijn klein. De meeldraden maken weinig stuifmeelkorrels doordat de kans op bestuiving aardig groot is. 

Denk aan klaprozen, tulpen, boterbloemen, paardenbloemen, rozen en madeliefjes. 

Slide 4 - Tekstslide

Nectar
Veel bloemen bevatten nectar. Dit is een zoet sap wat vogels en insecten aantrekt. 

Bijen verzamelen nectar om honing van te maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Honingbij
Bij het verzamelen blijft het plakkerige stuifmeel aan de vele haren op het lichaam van de bij plakken. Met hun pootjes kammen ze zorgvuldig alle korreltjes, totdat er een klompje wordt gevormd. 

Klik op het pijltje. 
Kijk
De bij veegt het klompje stuifmeelkorrels met haar poten naar achteren. Het klompje past precies in een pollenkorfje aan hun achterpoten. Nu is het klaar om naar de korf te worden gebracht. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarvan maakt een bij honing?
A
Stuifmeel
B
Nectar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom maakt een bloem nectar?

Een bloem heeft zelf niets aan nectar. Toch maakt het nectar om bijen aan te trekken. Bijen maken er dan honing van. 

Bloemen hebben namelijk wel iets aan bijen. Als de bij de stuifmeelkorrels meeneemt, dan laat hij ze vaak ook bij andere bloemen achter. 

Slide 8 - Tekstslide

Bestuiving


De stuifmeelkorrel komt op de stempel van een plant van dezelfde soort.

Slide 9 - Tekstslide

Een insect komt met zijn lijf eerst tegen de meeldraad van de ene bloem, en dan tegen de stempel van de andere bloem. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

bestuiving
als er stuifmeel op de stempel van de stijl komt van een bloem van dezelfde plant

Slide 12 - Tekstslide

Bestuiving?
Het gaat er wel om dat het stuifmeel van een plant op dezelfde soort plant terecht komt. 

Een brandnetel kan een roos niet bestuiven. 

Slide 13 - Tekstslide

Nummer 1 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem P. 
1

Slide 14 - Tekstslide

Nummer 2 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
2

Slide 15 - Tekstslide

Nummer 3 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het een andere bloem aan dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
3

Slide 16 - Tekstslide

Nummer 4 is wel bestuiving, bloem R is dezelfde bloem als bloem Q. 
4

Slide 17 - Tekstslide

Nummer 5 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen, niet andersom. 
5

Slide 18 - Tekstslide

Nummer 6 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen. Dit is van meeldraad op meeldraad.
6

Slide 19 - Tekstslide

Nummer 7 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel van dezelfde soort bloem komen. Dit is een andere soort.
7

Slide 20 - Tekstslide

Nummer 8 is wel bestuiving.  Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
8

Slide 21 - Tekstslide

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 22 - Sleepvraag

Als je snapt hoe een bij een bloem bestuift, kun je dit natuurlijk ook nadoen. 

Je kunt als mens dus gewoon stuifmeel van de ene op de andere bloem overbrengen. 

Bestuiving door mensen

Hee, dat is mijn werk!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Bonenplant
Een bonenplant is ook een insectenbloem. 

Wanneer de bloem bestoven is, vindt er bevruchting plaats. Daarna ontwikkelen de zaden zich in het vruchtbeginsel. Hierna vallen de rijpe zaden uit de vrucht en begint het opnieuw. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

En aan de slag!
LEES de tekst van 7.2 en 7.4 over bestuiving en bevruchting en MAAK de opdrachten. 

Donderdag SO, je krijgt een samenvatting van mij. Deze staat ook in SOM. 
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide