POËZIE - herhalingsles

POËZIE - herhalingsles
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

POËZIE - herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

EEN GEDICHT ANALYSEREN WE VANUIT VEEL HOEKEN

Slide 2 - Tekstslide

Instabiel

Elke selfie die ik nam,
post ik fluks op Instagram
nadat ik hem onbeperkt
heb gefilterd en bewerkt.

Glad en glimmend. Zonnebruin.
Zwoele ogen. Kopje schuin.
Wie mij voor het eerst echt ziet,
die gelooft zijn ogen niet.


Kijk naar de STROFEBOUW

Slide 3 - Tekstslide

Dit gedicht bestaat uit
A
twee kwatrijnen
B
twee terzines
C
twee distichons
D
een kwatrijn en een terzine

Slide 4 - Quizvraag

Elk van beide strofes uit dit gedicht van Menno Wigmans is een....

Voor bijna alles heb ik mij geschaamd.
Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam,

de schooltas die ik van mijn moeder kreeg,
mijn vader die zich in een blazer hees,

A
distichon
B
terzet
C
kwatrijn
D
sextet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Instabiel

Elke selfie die ik nam,
post ik fluks op Instagram
nadat ik hem onbeperkt
heb gefilterd en bewerkt.

Glad en glimmend. Zonnebruin.
Zwoele ogen. Kopje schuin.
Wie mij voor het eerst echt ziet,
die gelooft zijn ogen niet.


Kijk naar de RIJM

Slide 7 - Tekstslide

Gebruikt de dichter VOLRIJM
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Hij gebruikt vooral
A
mannelijk rijm
B
vrouwelijk rijm
C
glijdend rijm

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van halfrijm
A
gefilterd en bewerkt
B
Glad en glimmend
C
Kopje schuin
D
Elke selfie die ik nam,

Slide 10 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Instabiel

Elke selfie die ik nam,
post ik fluks op Instagram
nadat ik hem onbeperkt
heb gefilterd en bewerkt.

Glad en glimmend. Zonnebruin.
Zwoele ogen. Kopje schuin.
Wie mij voor het eerst echt ziet,
die gelooft zijn ogen niet.


Kijk naar het rijmschema

Slide 14 - Tekstslide

Stijn De Paepe gebruikt altijd vormen van
A
slagrijm
B
gepaard rijm
C
gekruist rijm
D
omarmend rijm

Slide 15 - Quizvraag

Instabiel

Elke selfie die ik nam,
post ik fluks op Instagram
nadat ik hem onbeperkt
heb gefilterd en bewerkt.

Glad en glimmend. Zonnebruin.
Zwoele ogen. Kopje schuin.
Wie mij voor het eerst echt ziet,
die gelooft zijn ogen niet.


Hoe zit het met het ritme/metrum?

Slide 16 - Tekstslide

Welke trucjes om het ritme te behouden, gebruikt de dichter?
A
elisie
B
enjambementen
C
rijm & regels van dezelfde lengte
D
geen trucjes

Slide 17 - Quizvraag

Kindertelefoon
Problemen zijn net taxushagen, zei de man aan de lijn, die moet je
snoeien voordat ze je boven het hoofd groeien. En ik zag hem voor
me met de heggenschaar in de hand, klaar voor de slag, ik voelde
de tranen in mijn oogkassen branden: hij was de tuinman van mijn


angsten. Alles wat overwoekert, is onkruid, probeerde daarom met iets
kleins te beginnen, over dat ik graag een kat of anders een cavia zou
willen, iets wat ik kan aaien als mijn hand de warmte van een lichaam
zoekt, dat ik soms zo slis dat niemand me wil verstaan, alsof ik in de


woestijn sta en roep om een glas water. Behalve als ik scheld met homo,
enkel om te verbloemen dat ik zelf stiekem van jongens met krullen houd,
nachtenlang voetbal ik met ze en denk aan tongen. Verdriet zit vaak in
het wroeten in de aarde terwijl je er eigenlijk iets hoort te zaaien.


Ik liet een stilte vallen, dacht na over hoe ik gisteren iemand op het
schoolplein in zijn buik trapte, gewoon uit verveling, daar krijg je losse
benen van, niets aan te doen. Nu ben ik geschorst, zit op mijn kamer met
het verlangen naar een kat of cavia, een jongen met krullen. En zoveel

vragen meneer de tuinman: waarom ben ik eigenlijk op aarde? Waarom
zitten er gaten in donuts? Waarom raken slakken nooit in de war van hun
tweeslachtigheid ? Waarom ben ik zo snel boos? Ik ben net als Mario uit
het computerspel: als ik ergens tegenaan loop word ik een kopje kleiner.

Soms fluister ik in bed tegen mezelf alles wat ik ooit tegen een ander
zei: Loser. Huilebalk. Homo. Apenkop. Halvegare. En dan wil ik het
liefst dood. Waar het begon? Op een dag zat ik in de klas, keek naar
mijn lievelings-Disneytrui en dacht: ben ik hier niet te oud voor? Ineens

kriebelde hij aan alle kanten, leek hij gekrompen en zonder het te
beseffen, was ik uit het kind gegroeid, uit mezelf. Ik had niet eens
de kans om afscheid te nemen. Vanaf toen schreef ik niet meer binnen de
lijntjes en werd ik een hanenpoot, schots en scheef sta ik in de wereld.

© 2019, Marieke Lucas Rijneveld
Uit: Fantoommerrie, Atlas Contact, Amsterdam

Slide 18 - Tekstslide

Bevat dit gedicht BEELDSPRAAK?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Met welke stijlfiguren kan je NADRUK leggen?

Slide 25 - Woordweb

  • Enumeratie (climax - neutrale - anticlimax)
  • antithese
  • repetitio
  • parallellisme
  • pleonasme
  • tautologie

Slide 26 - Tekstslide

"De witte sneeuw bedekte zacht het veld." (J.J.L. ten Kate)
A
pleonasme
B
tautologie
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 27 - Quizvraag

Ik hou van je ogen, je mond, je handen
Je woorden, je lach, je tranen, je pijn" (Hans Andreus - ik hou van je)
A
pleonasme
B
tautologie
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 28 - Quizvraag

"En plotseling uit 't niets, daar klinkt een luide schreeuw." (Willem Elsschot)
A
pleonasme
B
tautologie
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 29 - Quizvraag

"Hij hoort de stilte zingen,
hoort in het duister licht." (Gerrit Achterberg - De contrabas)
A
parallellisme
B
antithese
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 30 - Quizvraag

Looft, alle volken,
looft den Heer,
roemt, alle naties,
roemt zijn eer
(Liedboek voor de kerken, 1973, p. 202)
A
parallellisme
B
antithese
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 31 - Quizvraag

"tjielp tjielp tjielp tjielp" (Jan Hanlo - De Mus)
A
parallellisme
B
antithese
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 32 - Quizvraag

“Spreken is zilver, zwijgen is goud”
A
parallellisme
B
antithese
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 33 - Quizvraag

"De dood heeft niets van mij genomen
dan dit gewaad, waarmee mijn ziel bekleed was." (Martinus Nijhoff - De Moeder De Vrouw)
A
Eufemisme
B
hyperbool

Slide 34 - Quizvraag

"De wereld heeft mijn hart gebroken." (Gerrit Achterberg - Morgenrood
A
Eufemisme
B
hyperbool

Slide 35 - Quizvraag

Die versregel bevat ook een vorm van beeldspraak. Welke?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hoe interpreteer je de titel "ALLES BEWOONBAAR"
Als de ruimte die geboden wordt, een uitnodiging aan iedereen - zwart of wit, man of vrouw, jong of oud, links of rechts - om er te mogen zijn?

Slide 40 - Tekstslide

WAT WORDT HIERMEE BEDOELD?
In het speciaal naar aanleiding van het debat geschreven Alles Bewoonbaar, mengt Rijneveld het nooit aflatende verzet tegen de dogmatici en pestkoppen met een houding van empathie en solidariteit.

Slide 41 - Tekstslide

Waartegen VERZET Marieke Lucas Rijneveld zich?

Slide 42 - Woordweb

Waarvoor voelt ze sympathie (en solidariteit)?

Slide 43 - Woordweb

Wat kunnen we vertellen over de STROFEBOUW?

Slide 44 - Woordweb

Hoe gaat de dichter om met rijm?
A
Hij hanteert een klassiek rijmschema
B
Hij gebruikt veel volrijm
C
Hij gebruikt vooral halrijm
D
Hij gebruikt geen rijm

Slide 45 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een alliteratie

Slide 46 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een assonantie

Slide 47 - Woordweb

Marieke Lucas Rijneveld zet ENJAMBEMENTEN doelbewust in. Geef hier een voorbeeld van

Slide 48 - Open vraag

Zoek een voorbeeld van beeldspraak!

Slide 49 - Woordweb

Rotsenrots staat er als nieuw en inventief woord, een combinatie van apenrots waar de sterkste de baas is, en de uitdrukking: zo trots als een aap.

Dit is een
A
vorm van rijm
B
vorm van beeldspraak
C
stijlfiguur

Slide 50 - Quizvraag

de verdrietzee achter andermans ogen
het gras aan de andere kant soms
dor en minder groen
je afkomst draagt een rouwkleed
de kiem van de ontworsteling
de rellen in je hoofd
personificatie
vergelijking met een verbindingswoord
synesthesie
metafoor

Slide 51 - Sleepvraag

In welke versregels alludeert Marieke Lucas Rijneveld aan dit gevleugeld citaat van Ghandi?

Slide 52 - Open vraag

Zoek een voorbeeld van een stijlfiguur!

Slide 53 - Woordweb

WAT VIND JE VAN DIT GEDICHT
Prachtig
best mooi
ik weet het niet
niet leuk
ik vind er helemaal niets aan

Slide 54 - Poll

Formuleer je oordeel op basis van:
  • INHOUD: relevant? universeel thema? herkenbaar? 
  • VORM: zet inhoud kracht bij - origineel - creatief
  • TAAL: rijm, metaforiek en stijlfiguren 

Slide 55 - Tekstslide