3.3 Geld lenen kost geld!

Hfst 3.3 MAVO leerjaar 3
Voorkennis:
Aan het einde van de Les.....
  • kun je de vier leenmotieven noemen en herkennen
  • kun je de kredietkosten van een lening berekenen
  • kun je de meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen
  • kun je uitleggen hoe een koop op afbetaling werkt
Planning:
uitleg
opgave maken
To do:
opg 1 t/m 13
nakijken
herhalings- of plusopdrachten maken blz 89 of 91
Formatieve toets 3.3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hfst 3.3 MAVO leerjaar 3
Voorkennis:
Aan het einde van de Les.....
  • kun je de vier leenmotieven noemen en herkennen
  • kun je de kredietkosten van een lening berekenen
  • kun je de meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen
  • kun je uitleggen hoe een koop op afbetaling werkt
Planning:
uitleg
opgave maken
To do:
opg 1 t/m 13
nakijken
herhalings- of plusopdrachten maken blz 89 of 91
Formatieve toets 3.3

Slide 1 - Tekstslide

€12000,- op spaarrekening. 1,3% enkelvoudige rente. Hoeveel rente na 10 jaar?

Slide 2 - Open vraag

Je stort €1000 op de bank. De rente is 2%. Hoeveel is je saldo na 3 jaar? (samengestelde rente)

Slide 3 - Open vraag

€11000,- op spaarrekening. 1,5% enkelvoudige rente. Hoeveel rente na 10 jaar?

Slide 4 - Open vraag

Je stort €2000 op de bank. De rente is 3%. Hoeveel is je saldo na 3 jaar? (samengestelde rente)

Slide 5 - Open vraag

Geld lenen kost geld!

Slide 6 - Tekstslide

Leenmotieven

Slide 7 - Tekstslide

Kosten van een lening
Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 8 - Tekstslide

Kredietkosten bereken

Rente: vergoeding voor het lenen

Overige kosten: bijvoorbeeld voor het afsluiten van de lening


Formule:

Totale kosten = termijnbedrag x aantal maanden


Totale kosten - lening = kredietkosten



Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
  • Gegevens:
  • Je leen een bedrag van  € 2000  en je betaald de lening in 36 maanden terug in maandelijkse termijnen van  € 65 .
  • Wat zijn nu  de kredietkosten??

  •  Kredietkosten = (36 x € 65) – 2000 = € 2340  - 2000 = € 340

  • Oftewel:
  •    Je betaalde (36 x € 65)                 € 2340
  •   Je leende                                             € 2000 
  •   Kredietkosten                                    €2340 - €2000 = € 340


 Kredietkosten =(Aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Slide 10 - Tekstslide

Kredietvormen
  • Consumptief krediet 
  • geldlening voor een duurzaam consumptiegoed (bijvoorbeeld auto, meubels, computer)
  • Persoonlijke lening   
  • aflossen in vooraf afgesproken termijnen
  • Doorlopend krediet  
  • betaal je ook in maandtermijnen terugmaar het afgeloste bedrag kun je weer opnemen
  • Salariskrediet 
  • tot een bepaald bedrag in het rood → hangt van je salaris af
  • Koop op afbetaling
  • bij winkels en internetbedrijven, zij geven je dan de mogelijkheid je aankoop in termijnen af te betalen. Je krijgt krediet van de leverancier (verkoper). De kredietkosten zijn vaak hoog !!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hyptoheek
Hypothecaire lening (of hypotheek): lening voor de aankoop van een huis.
Het huis dient als onderpand. Als je de rente en aflossing niet kunt betalen, mag de bank het onderpand verkopen.

Lage rente: vanwege het onderpand loopt de bank minder risico 
dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente lager 
dan bij een andere lening.

Lange looptijd: de looptijd van een hypotheek is vaak wel 30 jaar.

Je mag de kosten van de rente van de belasting aftrekken.

Slide 13 - Tekstslide

Je doet 24 maanden over het afbetalen van de lening
Elke maand betaal je € 2.100,- voor de lening. 
Een ander woord voor een lening
We lenen € 10.000, en we moeten in totaal € 11.000 terugbetalen. € 1.000 betalen we dus méér terug. 
Looptijd
Termijnbedrag
Krediet
Kredietkosten

Slide 14 - Sleepvraag

Berekenen de kredietkosten voor de SNS
Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Slide 15 - Open vraag

Hypothecaire lening
Doorlopend krediet
Persoonlijke lening
Koop op afbetaling

Lening voor de koop van een huis
Je mag het bedrag dat je hebt afgelost, weer opnieuw opnemen.
Je betaalt het geleende bedrag in vaste termijn terug.
Je koopt iets bij een webwinkel

Slide 16 - Sleepvraag

Rood staan op je lopende rekening
Je mag tot een bepaald maximum bedrag lenen. Geld wat je hebt terugbetaald mag je weer opnieuw lenen. Je hoeft alleen rente te betalen over het bedrag dat je hebt geleend. 
Je spreekt af welke bedrag je leent en in hoeveel termijnen je dat bedrag terug betaald. 
Salariskrediet
Doorlopend krediet
Persoonlijke lening

Slide 17 - Sleepvraag