Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verzorgende voorbereiding BLOK 2 toets
It's Quiztime
Klinisch redeneren
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
It's Quiztime
Klinisch redeneren
Slide 1 - Tekstslide
BLOK 2
Doel van de les
Testen van je kennis voor BLOK 2
Slide 2 - Tekstslide
Welk hormoon wordt geproduceerd in de alvleesklier en reguleert de spijsvertering?
A
Cortisol
B
Glucagon
C
Melatonine
D
Thyroxine
Slide 3 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij een tekort aan insuline?
A
Verhoogde bloedsuikerspiegel
B
Verlaagde bloeddruk
C
Verminderde eetlust
D
Toegenomen energieniveau
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de functie van insuline in het lichaam?
A
Stimuleert de ademhaling
B
Reguleert de bloedsuikerspiegel
C
Bevordert de spiergroei
D
Verhoogt het cholesterolgehalte
Slide 5 - Quizvraag
Welk hormoon wordt geproduceerd in de alvleesklier?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Oestrogeen
D
Testosteron
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn belangrijke aandachtspunten bij het injecteren van insuline in de buik?
A
Niet injecteren rondom een blauwe plek
B
Injecteren in een gebied met littekenweefsel
C
Injecteren in een plooi van de huid
D
Injecteren direct na het eten
Slide 7 - Quizvraag
Wat kan er gebeuren als je altijd op dezelfde plek insuline injecteert?
A
Het effect van insuline wordt versterkt
B
De opname kan verstoord raken door huidbeschadiging
Slide 8 - Quizvraag
Mag je altijd insuline op dezelfde plaats injecteren?
A
Ja, dit heeft geen invloed op de werking
B
Nee, dit kan leiden tot huidbeschadiging
Slide 9 - Quizvraag
Welke 5 punten moet je controleren voor je iemand medicijnen toedient
Slide 10 - Woordweb
de high5 van medicatieveiligheid
Heb je het juiste medicijn?
Is het de juiste patiënt/cliënt?
Is dit het juiste tijdstip?
Wat is de juiste wijze van toedienen?
Wat is de juiste dosis?
Slide 11 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met enterale toediening?
A
Orale toediening van medicatie
B
Intraveneuze toediening van voeding
C
Inhalatie van voedseldeeltjes
D
Voedsel toedienen via het maagdarmkanaal
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met parenterale toediening?
A
Toediening van medicatie via injectie in het lichaam.
B
Toediening van medicatie via de mond.
C
Toediening van medicatie via de neus.
D
Toediening van medicatie via de huid.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de maximale hoeveelheid vloeistof voor een intramusculaire injectie?
A
3 milliliter
B
4 milliliter
C
2 milliliter
D
1 milliliter
Slide 14 - Quizvraag
Op welke plek IM injectie?
Wanneer trek ik op?
Slide 15 - Woordweb
IM injectie
de bil, bovenste buitenste bilkwadrant
het been, middelste derde gedeelte van het bovenbeen aan de buitenzijde
de arm, bovenste derde gedeelte van de bovenarm aan de buitenzijde
Bij de bil trek je de spuit op ter controle of je niet in bloedvat zit!
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een dagcurve?
A
Een grafische weergave van veranderingen gedurende de dag.
B
Een softwareprogramma voor het maken van grafieken.
C
Een maandelijkse analyse van financiële gegevens.
D
Een meetinstrument voor geluidsniveaus.
Slide 17 - Quizvraag
Hoe kunnen pictogrammen in de zorg de communicatie verbeteren?
A
Tijdsbesparing door het geven van een korte boodschappen
B
Is ontworpen voor laaggeletterde zorgverleners
C
Verwijzing naar patiëntenkamers te vereenvoudigen
D
Door taalbarrières te overbruggen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe kun je rust creëren voor een zorgvrager?
A
Felle lichten aan laten
B
Zorgen voor een rustige en kalme omgeving
C
Muziek aanzetten in de kamer
D
De zorgvrager duidelijk toespreken
Slide 19 - Quizvraag
Hoe draagt afleiding bij aan de zorg voor zorgvragers?
A
Het leidt tot ongewenste afleiding van medische behandelingen.
B
Het vergroot de angst voor de ziekte.
C
Het verstoort de communicatie met de zorgverlener.
D
Het kan de algehele stemming van de zorgvrager verbeteren.
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn mogelijke symptomen van hoge bloedsuiker?
A
Dorst, vaak plassen en vermoeidheid
B
Vaak plassen, hoofdpijn en trillen
C
Dorst, droge mond en vaak plassen
D
Dorst, droge mond en trillen
Slide 21 - Quizvraag
Welke strategieën worden gebruikt bij secundaire preventie?
A
Screening en vroegtijdige opsporing van ziekten
B
Medicatie voor chronische aandoeningen
C
Gezonde voeding en beweging
D
Vaccinatie tegen infectieziekten
Slide 22 - Quizvraag
Wat gebeurt er met iemands gedrag bij hypoglykemie?
A
Kalmte en ontspanning
B
Euforie en opwinding
C
Angst en paniek
D
Irritatie en verwardheid
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van primaire preventie?
A
Revalidatie na een hartaanval
B
Psychologische ondersteuning bij depressie
C
Vaccinaties voor kinderen
D
Medicatie voor hoge bloeddruk
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een mogelijke gevolg van een fout in medicatieverstrekking?
A
Financiële besparing voor de zorginstelling
B
Verbetering van de gezondheid van de patiënt
C
Schade aan de gezondheid van de patiënt
D
Geen effect op de gezondheid van de patiënt
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de doelstelling van tertiaire preventie?
A
Het beperken van de gevolgen van een ziekte.
B
Het bevorderen van gezondheid
C
Het identificeren van risicofactoren
D
Het voorkomen van ziektes
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent een MIC melding?
A
Een MIC melding betekent Medische Interventie Code.
B
Een MIC melding betekent Medicatie-incidenten en -calamiteiten.
Slide 27 - Quizvraag
Wie moet een MIC melding maken?
A
Alle zorgverleners in een zorginstelling moeten een MIC melding maken.
B
Alleen artsen moeten een MIC melding maken.
Slide 28 - Quizvraag
Wanneer moet een MIC melding worden gemaakt?
A
Een MIC melding moet direct na het incident worden gemaakt.
B
Een MIC melding moet binnen 24 uur worden gemaakt.
Slide 29 - Quizvraag
Welke acties te ondernemen na een medicatiefout?
A
De medicatiefout negeren
B
Geen verbeterplan opstellen om herhaling te voorkomen
C
De patiënt observeren op eventuele reacties
D
De verantwoordelijkheid afschuiven
Slide 30 - Quizvraag
Wat te doen bij een medicatiefout?
A
De medicatiefout registreren in het dossier
B
De medicatie aanpassen zonder overleg
C
De medicatiefout verzwijgen
D
De arts en leidinggevende direct informeren
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Video
geloof in jezelf
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Injecteren
Oktober 2024
- Les met
41 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
les 4 medicatie MZ
Juli 2024
- Les met
44 slides
Zorg en Welzijn
MBO
Studiejaar 4
Injecteren
Februari 2023
- Les met
41 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
VTH medicatie
Januari 2022
- Les met
36 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
Injecteren subcutaan + intramusculair
April 2023
- Les met
38 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Injecteren subcutaan + intramusculair
April 2023
- Les met
32 slides
Verzorging
MBO
Studiejaar 2
les 2 b
Juni 2023
- Les met
21 slides
Injecteren
Maart 2023
- Les met
30 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1