thema 7 einde hoofdstuk

Vandaag
Thema 7 afronden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Thema 7 afronden

Slide 1 - Tekstslide

de schoudergordel bestaat uit deze botten
A
heupen en staartbeentje
B
sleutelbeen en schouderbladen
C
sleutelbeen en slot beendren
D
borstbeen en ribben

Slide 2 - Quizvraag

de ellepijp zit aan de kant van
A
de duim
B
de pink
C
middelvinger
D
ringvinger

Slide 3 - Quizvraag

welke functie heeft het skelet niet?
A
stevigheid geven
B
vorm geven
C
bescherming geven
D
groeihormoon aanmaken

Slide 4 - Quizvraag

waaruit bestaat geel beenmerg
A
water
B
vet
C
bloed
D
sinasappelsap

Slide 5 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van een plat bot
A
heupbeen
B
ellepijp
C
schouderblad
D
kuitbeen

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor "ganger" is dit dier?
A
zoolganger
B
teenganger
C
hoefganger
D
kuitganger

Slide 7 - Quizvraag

is dit bot of kraakbeen?
A
bot
B
kraakbeen

Slide 8 - Quizvraag

is dit bot of kraakbeen
A
bot
B
kraakbeen

Slide 9 - Quizvraag

kraakbeen of bot?
A
bot
B
kraakbeen

Slide 10 - Quizvraag

kraakbeen is door zijn tussencelstof
A
flexibel
B
breekbaar
C
hard

Slide 11 - Quizvraag

Een in zoutzuur geweekt bot is heel
A
flexibel
B
hard
C
broos
D
breekbaar

Slide 12 - Quizvraag

botweefsel bestaat uit de volgende stoffen
A
lijmstoffen en kalkzouten
B
vezels en mineralen
C
kalkzouten en bloed
D
bloed en eiwitten

Slide 13 - Quizvraag

wat voor beenverbinding zie je in de afbeelding
A
naad
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 14 - Quizvraag

wat voor beenverbinding zie je in de afbeelding
A
naad
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 15 - Quizvraag

welke beenverbinding zie je hier
A
naad
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 16 - Quizvraag

wat voor een beenverbinding zie je hier
A
naad
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 17 - Quizvraag

dit onderdeel maakt gewrichtssmeer aan
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskapsel
C
kraakbeenlaagje
D
gewrichtskom

Slide 18 - Quizvraag

waarvoor zijn kapselbanden?
A
maken het gewricht mooi
B
houden het gewricht op zijn plaats
C
laten het gewricht bewegen
D
glucose opslaan

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor een gewricht zie je hier?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
D
stuitergewricht

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor een gewricht zie je hier?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
D
stuitergewricht

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je 2 spieren die elkaar tegenwerken?
A
protagonisten
B
togatonisten
C
antagonisten
D
atjargonisten

Slide 22 - Quizvraag

De wervelkolom heeft deze vorm
A
enkele f
B
dubbele s
C
losse q
D
stevige l

Slide 23 - Quizvraag

waar moet je op letten bij het tillen?
A
rechte benen
B
rechte rug
C
rechte armen
D
rechte nek

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kun je een spier scheuren
A
te spontane beweging
B
te veel champignons
C
als je spieren te veel samentrekken
D
te veel koud

Slide 25 - Quizvraag

wat is er ontstoken bij een tennisarm
A
de aanhechtingsplek van de spier
B
de vezels in de spier
C
de botten
D
de gewrichtskapsels

Slide 26 - Quizvraag

Eindeee

Slide 27 - Tekstslide