Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.2. wh mww, selbst.
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
SO maandag 12 feb
Wörterlisten 1 + 2 von Kapitel 3 d>nl
Modale hulpwerkwoorden t.t. + v.t.
Slide 2 - Tekstslide
Programm, Dienstag 6.2.
Schreiben korrgieren
Voegwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Modalverben
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn "Modalverben" of modale werkwoorden ?
> "Modalverben" zijn hulpwerkwoorden
> Ze geven een andere betekenis aan een werkwoord in de zin.
Bijvoorbeeld
:
Ik werk: ik
zal
werken, ik
moet
werken, ik
mag
werken......
De betekenis van de zin verandert.
Slide 5 - Tekstslide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
sollen
kunnen
mogen, toestemming hebben
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
leuk vinden, lusten, aardig vinden
willen
wollen
mögen
dürfen
können
Slide 6 - Sleepvraag
modale werkwoorden
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
ich
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
will
w
eiß
du
d
a
rf-
st
kann -
st
mag -
st
muss -
t
soll -
st
will -
st
weiß -
t
er/sie/es
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
will
weiß
wir
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
ihr
dürf -
t
könn -
t
mög -
t
müss -
t
soll -
t
woll -
t
wiss -
t
sie/Sie
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
ge
-durf-
t
ge
-konn-
t
ge-
m
och
-
t
ge
-muss-
t
ge
-soll-
t
ge
- woll -
t
ge
-w
u
ss-
t
Slide 7 - Tekstslide
Möchten = zou graag willen
ich möchte
du möcht
e
st
er/sie/es möcht
e
wir möchten
ihr möcht
e
t
sie/Sie möchten
Slide 8 - Tekstslide
Modalverben im Präteritum
Slide 9 - Tekstslide
Üben
Gegenwart
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Übung 4
Vergangenheit
Übung 5
Übung 6
Slide 10 - Tekstslide
Vertaling
naar
Slide 11 - Tekstslide
Vertaling 'naar'
in
nach
zu
Geografische Namen
Personen
Gebäude
Dinge
Länder mit Artikel
Gebäude betreten
Slide 12 - Sleepvraag
Ich gehe...
in
nach
zu
die Niederlande
Schule
Hause
China
Zahnarzt
Theater
Hause
Hamburg
Spanien
die USA
links
Max
Bayern
Slide 13 - Sleepvraag
dass - das
Slide 14 - Tekstslide
das
lidwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
Je kunt het vervangen door:
ein,
welches, dieses, was
dass
voegwoord (leidt een bijzin in)
Je kunt het
NIET
vervangen door:
ein,
welches, dieses, jenes.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Üben das - dass
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Slide 17 - Tekstslide
Welche 4 Konjunktionen hast du dir gemerkt?
Slide 18 - Woordweb
Hören
Topthema (Lesen + Hören)
Videothema (Sehen)
Slide 19 - Tekstslide
Lesen
kranten
Slide 20 - Tekstslide
K3 Wörterliste 2
gimkit
Slide 21 - Tekstslide
Hausaufgabe für Montag 12.2.
Lernen: Für SO
Machen:
Slide 22 - Tekstslide
Hören
Bandtagebuch
(Link auch im classroom)
Hör ein Lied nach deiner Wahl und mach die Aufgaben!
Slide 23 - Tekstslide
Scheibaufgabe 1
classroom
Mail vom Nachbarn korrigieren
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
23.1. m hww tt, dass, Sprechen,
Januari 2024
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V4 16.9. mww vt,
September 2024
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
30.1. wh m hww vt
Januari 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
24.11. K12 mod ww o.v.t., reflexive verben, Hören
November 2021
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
27.11. Modalverben, Lesen
November 2023
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 10.9. mww tt, Hören Buch
September 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
8.11. Mhw v.t.
November 2023
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
22.11. Modalverben, Schreiben E
November 2023
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3