Er zijn verschillende manier om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.
1. Will + het hele wachtwoord --> I will clean my room tomorrow.
2. Am/are/is + going to + het hele werkwoord --> I am going to travel to England this winter.
3. Am/are/is + het hele wachtwoord +ing (present continous) --> Rihanna is performing next saturday.
4. Tegenwoordige tijd (present simple)
The lesson starts at 8:20.