Via Vooraf thema 2 hoofdstuk 5: spreken en luisteren

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

terugblik vorige les

Productdoel

Weten wat de regels zijn tijdens het voeren van een gesprek en je ook aan deze regels houden.

Procesdoel

Competentie:

9.1 Ik laat zien dat ik leergierig ben.

Een gesprek voeren

Gespreksregels: (blz 67)

• Kijk de ander aan.
• Luister naar wat een ander te zeggen heeft.
• Laat elkaar uitpraten.
• Gebruik nette taal.
• Zorg dat de ander jou kan verstaan.
  

klassikaal

Luisterfragmenten A, B en C

blz 67 en 68

zelfstandig werken

Wat: een gesprek voeren, opdracht 2 blz 68 en 69

Hoe: in tweetallen.

Tijd: 5 a 10 minuten

Resultaat: je kunt een gesprek voeren met de daarbij behorende gesprekregels.

Klaar: ben je klaar met het voeren van het gesprek, dan ga je hoofdstuk 4 afmaken.

luisterfragment A

Aan welke gespreksregel houdt 1 van de sprekers zich niet?

1. elkaar laten uitpraten
2. vriendelijk blijven
3. nette taal gebruiken
4. zorgen dat de ander jou kan verstaan

luisterfragment B

Aan welke gespreksregel houdt 1 van de sprekers zich niet?

1. Elkaar uit laten praten
2. Vriendelijk blijven
3. Nette taal gebruiken
4. Zorgen dat de ander jou kan verstaan.

luisterfragment C

Aan welke gespreksregel houdt 1 van de sprekers zich niet?

Zelfstandig werken

Wat: een gesprek voeren, opdracht 2 blz 68 en 69

Hoe: in tweetallen.

Tijd: 5 a 10 minuten

Resultaat: je kunt een gesprek

 voeren met de daarbij behorende gesprekregels.

Klaar: ben je klaar met het voeren van het gesprek, dan ga je hoofdstuk 4 afmaken.

Evaluatie

Wat heb je geleerd?

Kan je de 5 gespreksregels noemen/ opschrijven?

Beoordelen competenties.

Noem de 5 gespreksregels