Uitzonderingen op de hoofdregels
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis:
apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3. Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn:
papegaai, bakkebaard, bullebak