klinisch redeneren
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar staat CVA voor?
A
Circulair Vasculair
Accident.
B
Cerebro Vasculair Accident.
C
Cirrose Vasculair Accident.
D
Cyanose Vasculair Accident.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor longontsteking?
A
Pneumonie
B
monogamie
C
longembolie
D
longinfectie
Slide 3 - Quizvraag
Welk deel van de hersenen is aangetast bij hemiparese aan de linkerkant?
A
Hersenstam
B
Rechterhersenhelft
C
Midden hersenen
D
Linkerhersenhelft
Slide 4 - Quizvraag
Welke longontsteking komt het minste voor?
A
Virale
B
Bacteriële
C
Schimmel
Slide 5 - Quizvraag
Jaarlijks worden in Nederland hoeveel mensen getroffen door een CVA?
A
40.000
B
50.000
C
60.000
D
70.000
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een normale CRP waarde?
A
10 ml/l
B
20ml/l
C
50mg/l
D
160mg/l
Slide 7 - Quizvraag
Wat is neglect in de context van een CVA?
A
Geen aandacht voor details.
B
Moeite met slikken.
C
Verlies van spier controle aan 1 kant van het lichaam.
D
Minder goed waarnemen aan 1 kant van het lichaam.
Slide 8 - Quizvraag
Kan een virale longontsteking besmettelijk zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Wie heeft klinisch redeneren bedacht?
A
Marc Kok
B
Marc Groenten
C
Marc Bakker
D
Marc Brood
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het hoofddoel van klinisch redeneren
A
Bepalen welke zorg een client nodig heeft.
B
Leren handelen in spoed situaties.
C
Verminderen van administratieve taken.
D
Goed overdragen van zorg.
Slide 11 - Quizvraag
Wij willen graag jullie feedback vragen over onze presentatie
