Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toets zorg en welzijn P1 SO 1-4
Toets P1 - Basis/kader
Zorg en Welzijn
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toets P1 - Basis/kader
Zorg en Welzijn
Slide 1 - Tekstslide
Noem drie beroepen die passen bij zorg en welzijn.
Slide 2 - Open vraag
Wat wordt bedoelt met een voedingspatroon?
A
De eetgewoonten van iemand
B
Dat wat je op een dag mag eten
C
voeding dat je in de supermarkt kan kopen
D
wat je moet eten volgens de voedingswijzer
Slide 3 - Quizvraag
Zuivel is een belangrijk onderdeel van een gezond voedingspatroon.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Voedingsvezels horen bij een gezond voedingspatroon.
Welke goede eigenschap hebben voedingsvezels?
A
Ze helpen infectieziekten tegengaan.
B
Ze voorkomen verstopping.
C
Ze helpen bij de bloedstolling.
D
Ze verbeteren de nierwerking.
Slide 5 - Quizvraag
Waarom is een goede conditie/voldoende lichaamsbeweging belangrijk?
Slide 6 - Open vraag
Wat hoort waar in de schijf van vijf?
Slide 7 - Sleepvraag
Wat betekent het als er E-nummers op een etiket staan?
A
Dat er kleurstoffen en smaakstoffen zijn toegevoegd
B
Dat het een lightproduct ofwel vetarm is.
C
Dat het product een effect heeft op de gezondheid
D
Dat er rekening is gehouden met natuur en milieu
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een gezondheidsclaim?
A
Calcium is goed voor de kalkhuishouding
B
Nu met 30% minder suiker
C
Rijk aan omega-3 vetzuren
D
Volledig biologisch afbreekbaar
Slide 9 - Quizvraag
Welke vitamine zit veel in de afgebeelde voedingsmiddelen
A
Vitamine A
B
Vitamine E
C
Vitamine C
D
Vitamine K
Slide 10 - Quizvraag
Waar staat de afkorten THT voor?
A
Tenminste houdbaar tot
B
Technisch houdbaar tot
C
Te houden tot
D
Toekomstig houdbaar tot
Slide 11 - Quizvraag
Waar moet je rekening mee houden bij het samenstellen van een gezonde maaltijd?
A
Niet te veel suiker en kruiden
B
Niet te veel vet, vlees en groenten
C
Niet te veel zout, vet en kruiden
D
Niet te veel aardappels, vlees en groeten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de functie van een conserveringsmiddel?
A
Er voor zorgen dat het voedingsmiddel er beter uitziet
B
Er voor zorgen dat het voedingsmiddel gezonder is
C
Er voor zorgen dat het voedingsmiddel langer houdbaar is
D
Er voor zorgen dat het voedingsmiddel meer smaak krijgt
Slide 13 - Quizvraag
Rauw vlees en bereid vlees moet je gescheiden houden omdat:
A
Er kans is op kruisbesmetting
B
Er kans is op vermindering van voedingswaarde
C
Het kan bederven
D
Het daardoor minder lang te bewaren is.
Slide 14 - Quizvraag
Waardoor ontstaat een verkeerde leefstijl?
A
Gewoonten en verleidingen
B
Gewoonten en dieten
C
Sporten en fietsen
D
Hart- en vaatzieken en snacken
Slide 15 - Quizvraag
Aan welke voedingsstof heeft een marathonloper veel behoefte?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Mineralen
D
Vetten
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer maakt je lichaam zelf vitamine D aan?
A
Als je regelmatig melk drinkt
B
Als je regelmatig sport
C
Als je regelmatig in de zon bent
D
Als je veel groenten eet
Slide 17 - Quizvraag
Wortels bevatten veel......
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D
Slide 18 - Quizvraag
Waarom gebruikt een lichaam eiwitten?
A
Als bouwstof voor lichaamscellen
B
Om in energie om te zetten
C
voor versterking van je botten
D
voor verbranding van vet
Slide 19 - Quizvraag
Welk mineraal heb je extra nodig als je bloedarmoede hebt?
A
Ijzer
B
Kalium
C
Magnesium
D
Zink
Slide 20 - Quizvraag
Sleep de juiste voorbeelden naar de kolom van de verzadigde vetten.
verzadigde vetten
kaas
olijfolie
sojaolie
roomboter
kokos
vis
vlees
noten
Slide 21 - Sleepvraag
In welke producten zitten onverzadigde vetten?
A
Olijfolie
B
Varkensvlees
C
Kaas
D
Volle melk
Slide 22 - Quizvraag
Welke dranken zijn gezond en staan daarom in de Schijf van Vijf?
A
Water, smoothie, appelsap
B
Water, ranja, sapje
C
Water, thee, zwarte koffie
D
Water, thee, Ranja
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een keurmerk?
A
Een logo dat aangeeft dat dit het beste product is om te kopen
B
Een logo dat aangeeft dat dit product aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet.
C
Een logo dat aangeeft dat dit product het gezondst is.
D
Een logo dat aangeeft dat dit product het goedkoopst is.
Slide 24 - Quizvraag
11. Dit keurmerk laat zien
dat er eerlijke prijzen zijn
betaald aan de boeren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Eetgewoontes kunnen niet veranderen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Zoek een plaatje waarop de voedingsgewoonte van een pescotariër staat.
Slide 27 - Open vraag
Tom eet geen vlees, kip, vis en vetten van dieren. Welke groepen mensen houden zich hieraan?
A
Veganisten
B
Joodse mensen
C
Vegetariërs
D
Antroposofen
Slide 28 - Quizvraag
Welke voedingsstof zit er in brood?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
Slide 29 - Quizvraag
Macro-voedingstoffen zijn groot zoals eiwitten, koolhydraten en vetten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Een voorbeeld van een micro-voedingsstof is:
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Mineralen
Slide 31 - Quizvraag
Waarom is water drinken belangrijk voor je lichaam?
Slide 32 - Open vraag
Als je minder eet dan je nodig hebt, wordt er vet verbrand onder je huid.
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Noem twee redenen waarom mensen vegetariër of veganist zijn
Slide 34 - Open vraag
Vet is niet altijd gezond, maar toch hebben we het nodig. Waarvoor?
A
het hoort bij de schijf van vijf
B
het geeft energie en levert brandstof
C
er zitten gezonde vetten in
D
je kunt er van groeien
Slide 35 - Quizvraag
Welke 3 invloeden zijn voor je eetgewoonte van belang?
A
voorkeur eten, plek waar je woont, geloof
B
voorkeur eten, plek waar je woont, ouders
C
ouders, geloof, man of vrouw
D
dik of dun, geloof, plek waar je woont
Slide 36 - Quizvraag
Wat maakt biologisch eten biologisch?
A
er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt
B
er worden alleen 100% gecontroleerde bestrijdingsmiddelen gebruikt
C
wordt niet in kassen verbouwd
D
is nooit van dieren
Slide 37 - Quizvraag
Een Moslim mag wel alcohol drinken
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Koosjer betekent 'geoorloofd'. Dit eten is in overeenstemming met de spijswetten van Joden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quizvraag
Boeddhisten eten geen:
A
Tomaten
B
Uien
C
Andijvie
D
Wortels
Slide 40 - Quizvraag
Einde van de toets
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6- Hoofdstuk 1 Voedingsmiddelen bereiden en bewaren - Een gezonde maaltijd
September 2022
- Les met
14 slides
Tussen productie en verkoop
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Les 2: Voeding 2021
Juni 2021
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Weet wat je eet!
Oktober 2020
- Les met
35 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
3. Gezonde voeding en de schijf van 5
Juni 2020
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Mens en Gezondheid H 1 - 4
Oktober 2023
- Les met
51 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Mens en Gezondheid H 1 - 4
Maart 2023
- Les met
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Oefentoets H. 1, 2, 3
Oktober 2022
- Les met
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Mens en Gezondheid
Augustus 2023
- Les met
26 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4