Futur en werkwoorden s.o. periode 2

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning komende weken
  • Werken aan PO4 (o.a. tijdbalk)
  • Dinsdag 17 januari: spreektoets + inleveren PO4
  • Donderdag 19 januari: s.o. werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

SO werkwoorden 19 januari
  • 4 tijden: présent, passé composé, imparfait, futur
  • onregelmatig: avoir, être, faire, aller
  • regelmatig: alléén -er

  • Leren via www.verbuga.eu en oefen s.o. maken (zie SOM bij jaarbijlagen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Frans: jij zal wonen
A
tu habiteras
B
tu habites
C
tu habitas
D
tu habiterai

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent: nous donnerons?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent: jullie zullen hebben
A
vous aviez
B
vous aurez
C
vous avez
D
vous auriez

Slide 10 - Quizvraag

Futur simple
Présent
Je parlerai
Nous habitons
Tu aimes
Vous serez
Elle choisira
Ils iront

Slide 11 - Sleepvraag

présent
imparfait
passé composé
futur simple
je donne
je donnais
je donnerai
j'ai donné

Slide 12 - Sleepvraag

présent
passé composé
futur simple
imparfait
liront
ont lu
lis
lisais
lisaient
lira
lisions
lisons
as lu
lisent
lirez
liront
avons lu
lisiez

Slide 13 - Sleepvraag

4

Slide 14 - Video

00:28
Quel temps? La lune me suivait... etc.
A
Présent
B
Passé composé
C
Imparfait
D
Futur

Slide 15 - Quizvraag

01:06
Refrain
Mais depuis qu'est-ce qui a changé? Pas grand chose
Je n'ai pas rangé les questions que je me pose
Qu'est-ce qui a changé? Pas grand chose

Je n'ai pas rangé les questions que je me pose
On m'disait tu comprendras plus tard, tu comprendras plus tard
Tu comprendras plus tard mais on est plus tard et je comprends pas
Tu comprendras plus tard, tu comprendras plus tard
Tu comprendras plus tard mais on est plus tard et je comprends pas

Slide 16 - Tekstslide

01:25
Quel temps? Et pourquoi?

Slide 17 - Open vraag

02:21
Quel temps?
Aujourd'hui en grattant un ticket je me vois millionnaire
Je me dis tout ira mieux si je souris à la banquière
Aujourd'hui je me dis que si j'attends quelqu'un fera ma vaisselle
Et que même si je vieillis mes parents sont immortels

Slide 18 - Tekstslide

Au travail (aan de slag)
  • Nu: werken aan de tijdbalk (le passé, le présent et le futur*).
  • 10 gebeurtenissen in het verleden (gebruik passé composé en de imparfait)
  • 10 dingen uit je leven nu beschrijven (hobbies, persoonlijke gegevens, familie, wonen, vakantie, sport etc. etc.)
  • 10 dingen in de toekomst
  • Maak het op papier of online met veel foto's en plaatjes.

Slide 19 - Tekstslide