In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De Amerikaanse Revolutie
Slide 1 - Tekstslide
Leg uit waarom Putin geen verlichte absolutist is.
Slide 2 - Open vraag
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
- waarom de Amerikaanse Revolutie tot stand kwam
- waarom deze revolutie goed past binnen het verlichtingsdenken
Slide 3 - Tekstslide
De Amerikaanse Revolutie
Slide 4 - Tekstslide
kenmerkende aspecten
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Rationeel optimisme en ‘’verlicht denken’’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
Slide 5 - Tekstslide
Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
Europeanen, vooral Engelsen, trekken naar Noord Amerika
Redenen: godsdienst, werk, vrijheid, problemen, etc.
Europa gaat naar Noord Amerika
Slide 6 - Tekstslide
wat denk je, gaan er veel mensen uit de Republiek die kant op? Waarom wel/niet?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
Rond 1760: 13 kolonies zijn van Engeland.
Vrij zelfstandig, weinig contact met Engeland.
Eigen bestuur en rechtspraak
Maar wèl Engelse wetten!
kolonisten willen alleen belasting opgelegd krijgen als er over gestemd is in de lokale volksvertegenwoordiging
"No taxation without representation"
Slide 10 - Tekstslide
Boston Tea Party
Boston Tea party
Slide 11 - Tekstslide
Engelsen zijn boos
Sluiten haven van Boston
Strengere maatregelen
Meeste kolonisten blijven in eerste instantie trouw aan Engelse koning
Dat verandert in de loop van een paar jaar
Slide 12 - Tekstslide
Inschatting: Waarom veranderen mensen in de koloniën van mening na een paar jaar?
Slide 13 - Woordweb
13 koloniën worden één land
De onenigheid leidt tot onrust, relletjes en een opstand
4 juli 1776 --> Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring geschreven door Jefferson
De oorlog (olv) George Washington duurt jaren
1783 formele onafhankelijkheid
Amerikanen voeren een verlichte grondwet in
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Belangrijke personen
George Washington (1732 -1799) was generaal, opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, slavenhouder en de eerste president van de Verenigde Staten van 1789 tot 1797.
George III (1738-1820) was koning van het Verenigd Koninkrijk van 25 oktober 1760 tot aan zijn dood.
Thomas Jefferson (1743-1826) was een Amerikaans staatsman, filosoof, architect, slavenhouder, kunstenaar en de derde president van de Verenigde Staten. Het ontwerp van de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 (aangenomen op de 4e juli van dat jaar) was grotendeels zijn verdienste.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Met z'n tweeën: waarom past dit goed bij het Verlichtingsdenken?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Opnieuw met z'n tweeën: welk van de hiervoor getoonde onderstreepte delen past het beste bij Nederland anno nu?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Video
00:30
Welk begrip hoort bij deze situatie (één woord aub)?
Slide 22 - Woordweb
01:55
Dit document werd geschreven door
A
George III
B
Thomas Paine
C
Thomas Jefferson
D
George Washington
Slide 23 - Quizvraag
02:23
Dit idee is afkomstig van
A
Locke
B
Rousseau
C
Hobbes
D
Machiavelli
Slide 24 - Quizvraag
03:09
Daarmee heeft het bestuurd van de nieuwe staat wel iets weg van het bestuur van:
A
Frankrijk
B
Pruisen
C
Republiek
D
Engeland
Slide 25 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
- waarom de Amerikaanse Revolutie tot stand kwam
- waarom deze revolutie goed past binnen het verlichtingsdenken
Slide 26 - Tekstslide
kenmerkende aspecten
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Rationeel optimisme en ‘’verlicht denken’’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme