Het beschavingsoffensief

• Geschiedenis
• HBO
• Studiejaar 1

Het beschavingsoffensief

Schets van een beschavingsoffensief 2004 goed modern burgerschap v/d Brink

1. Gelijkwaardigheid; geen onderscheid in sekse, opleiding, geloof
2. Zelfwerkzaamheid; verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven
3. Betrokkenheid; in het maatschappelijke leven bereid zijn een positieve houding aan te nemen
4. Aanspreekbaarheid; bereid zijn te reflecteren op eigen handelen en daar ook op aangesproken kunnen worden

Beschavingsoffensief 18de/ 19de eeuw

Hoe was het met de Nederlandse beschaving gesteld voorafgaand aan de 21ste eeuw?!

Het opkomende probleem 18de eeuw

Halverwege de 18de eeuw was er een groep burgers die zich enorm stoorde aan het maatschappelijk peil van Nederland. Nederland was in verval, er was sprake van economische stagnatie en meer armoede. Het zou slecht gesteld zijn met de zedelijkheid. Het volk zou bandeloos, onbeschaafd, zuipend, hoererend en onverstaanbaar zijn.

Maar wat was dat nieuwe moraal?!

De burgers van die tijd gingen daar naarstig naar op zoek en vonden deze zowel in religie als in huiselijk geluk en zedelijkheid. Huiselijkheid was de norm, de natie was een groot gezin en moest beschaafd met elkaar omgaan. De vrouw was binnenshuis de baas en was verantwoordelijk  voor de opvoeding en een gestructureerd huishouden. Hier had de moeilijk opvoedbare man profijt van en kon positief gevormd worden door de vrouw.

Welke begrippen hoorden hierbij?

Braafheid

Eerlijkheid 

Matigheid

Zuinigheid

Oppassendheid in werk

Hoe dan??

Men moest zo min mogelijk naar buiten gaan en zeker de kinderen niet. Alles buiten het gezin was verderfelijk en zouden de burgers laten kennismaken met inferieure normen en waarden. Goede huisvesting werd van belang, goed huishouden zelfs cruciaal. Ook het drankgebruik moest aan banden gelegd worden, voorbeelden hiervan is het invoeren van de Drankwet in 1881 en het strafbaar maken openbare dronkenschap.

"De maatschappij tot nut van 't algemeen"

opgericht in 1784  

Het onderwijs moest verbeterd worden, volksscholen werden opgericht en moesten kinderen opleiden tot goede, christelijke burgers. Huiselijk geluk was het belangrijkste goed en aan hygiëne en verzorging werd ook aandacht besteed

 De organisatie Pro Juventute, opgericht in 1896, boden ouders hulp bij de opvoeding van hun kinderen zodat ouders hun kinderen niet meer zouden afsnauwen, slaan, uitschelden of de straat op zouden sturen

Stelling/vraagstelling

De burger als schoolmeester voor de gehele natie?