H7 Barok totaaltheater_muziek

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen uit het huiswerk van H6?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H7 – Barok totaaltheater

Barok in de:
Muziek
Dans
Drama 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MUZIEK

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikale middelen/aspecten
Toonhoogte
Toonduur (maat/ritme)
Tempo
Dynamiek
Klankkleur
met deze vormgevingsmiddelen creëren componisten muziekstukken en composities.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOONHOOGTE
TOONDUUR
TEMPO
DYNAMIEK
KLANKKLEUR
melodie
hoog/laag
maat
ritme
kort/lang
vertragen/versnellen
hard/zacht
instrumenten/stem
Puls

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Muzikale middelen/aspecten
Toonhoogte:  MELODIE - hoog/laag
Toonduur: MAAT - RITME - kort/lang
Tempo: PULS - hoog/laag - vertragen/versnellen
Dynamiek: hard/zacht
Klankkleur: stem/ instrumenten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - begrippen
Zoek de volgende MUZIKALE begrippen op in je boek (zo nodig internet)  en geef een duidelijke uitleg:
H4: a capella, polyfoon, motet, madrigaal, mis, klankkleur.
H7: monodie, Polyfonie, Basso continuo,  Aria, Recitief, Prima prattica, Seconda prattica, Opera, Divertissement, Affectenleer, Dissonant, Consonant, recitatief, Castraten, Ouventure, Lamento.


timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance 
H4

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek in de Renaissance
  • Muziek aan het begin van de Renaissance is net zoals in de middeleeuwen – meerstemmigpolyfone muziek.
  • Kerkmuziek is vooral a-capella
  • Bladmuziek in grote oplage beschikbaar (ook betaalbaar)
  • Voor het eerst bladmuziek met puur instrumentele muziek uitgebracht
  • Boeken met beschrijvingen van instrumenten en instructies
  • Groot deel van de instrumentale muziek is dansmuziek.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent a capella?
A
alleen instrumenten
B
alleen zangstemmen
C
zang en instrumenten
D
alleen fluitmuziek

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MUZIEK RENAISSANCE 
  • In de middleeuwen werd muziek mondeling doorgegeven
     
  • Welke uitvinding (wetenschappelijke ontwikkeling) zou belangrijk zijn geweest voor het verspreiden van (blad)muziek?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BOEKDRUKKUNST 
  • Boekdrukkunst – de eerste muziekdrukken verschijnen rond 1500 in Italië.
  • Bladmuziek is beschikbaar in grote oplage en betaalbaar voor meer mensen
  • Muziek is niet langer alleen voor adel en de kerk
  • Bundels worden verspreid over Europa





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De positie van de componist verandert door de ontwikkeling van de boekdrukkunst- hoe denk je?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

MUZIEK RENAISSANCE 
DE POSITIE VAN DE COMPONIST veranderd door ontwikkeling 
van de boekdrukkunst:

  • Zijn muziek kan overal worden gespeeld, niet alleen aan het hof van de opdrachtgever.
  • Hierdoor wordt hij financieel minder afhankelijk.
  • >Veel mensen kunnen zijn muziek horen, de componist krijgt meer roem – zijn status wordt hierdoor verhoogt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polyfone muziek
  • Tijdens de renaissance waren de componisten uit de lage landen geliefd.
  • Veel polyfone (meerstemmige) muziek, waarbij de tekst ondergeschikt is.
    ->De teksten waren onverstaanbaar. Alle stemmen gingen in deze ingewikkelde composities hun eigen gang (Elke stem heeft een eigen melodie en ritme)

  • Er kwam kritiek op deze vorm van kerkmuziek met de komst van de reformatie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht muziek - Renaissance 
Wereldlijke
Hofmuziek


Religieuze
kerkelijk muziek




Madrigalen
Liedjes
Motet
Mis
Europese stijl
e.g Guillaume Dufay
ingewikkelde madrigalen (Monteverdi)
Opera

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barok
H7 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van de opera

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opera
  • Tijdens de Barok ontwikkelt zich de opera tot een volwaardige kunstvorm. 
  • In 1607 wordt L’orfeo van Claudio Monteverdi (wordt tegenwoordig beschouwd als de eerste ‘echte’ opera!) voor het eerst opgevoerd aan het hof van Mantua. 

Claudio Monteverdi (1567-1643)

Slide 25 - Tekstslide

Pagina 60 Basso C
Claudio Monteverdi 
  • Monteverdi bestempelt alle meerstemmige muziekvormen van de middeleeuwen tot Renaissance als eerste (oude) praktijk = De prima prattica
  • Door de meerstemmigheid is het niet mogelijk individuele expressie aan het lied mee te geven.
  • Met de opera vertel je een verhaal en moet de tekst dus wel goed verstaanbaar zijn.
  •  hij kiest voor de seconda prattica

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 2 fragmenten is seconda prattica?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 2 fragmenten is seconda prattica
A
eerste fragment
B
tweede fragment

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vernieuwingen die Monteverdi heeft toegepast in de opera zijn:
  • volwaardig orkest (40 musici)
  • happy endings
  • het wisselen van sterk variërende decors
  • samenspel van recitatieven (= vorm van zingend spreken en aria’s (= een lied, waarbij de zanger gevoelens en gedachten kan uitdrukken)
  • dans toegepast
  • het koor dient niet alleen maar voor begeleiding, maar krijgt ook een hoofdrol (De rol van het koor/rei geeft commentaar op hetgeen zich heeft afgespeeld)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies