Les 3 + 4: bassistof 3 Het ademhalingstelsel

Verbranding en ademhaling
H1 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Verbranding en ademhaling
H1 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Thema 1 basisstof 2 verbranding (blz. 13)
Opdracht 1 t/m 3 + 5 + 8 (blz. 14)

Slide 5 - Tekstslide

Na deze les kun je: 
De delen van het ademhalingsstelsel benomen met hun kenmerken en functies 

Slide 6 - Tekstslide

Verbranding bij organismen
Ieder levend organisme doet altijd aan verbranding!
Voor verbranding is zuurstof nodig --> ademhalingsstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Onderdelen van de long
- Luchtpijp
- bronchiën 
- Luchtpijptakjes
- Longblaasjes met haarvaten

Slide 8 - Tekstslide

ademhalingstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt zuurstof in je bloed?
Je longen vertakken in steeds kleinere stukken.

Longblaasjes --> gaswisseling

Oppervalk ongeveer even groot als anderhalf klaslokaal

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is gezonder; ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 14 - Quizvraag

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

De neusholte maakt de ingeademde lucht...
  • warm (bloedvaatjes)
  • vochtig (slijm)
  • schoon (neus- en trilharen, slijm)
  • te keuren door het reukzintuig

Met de mondholte adem je méér lucht in dan met de neus.
neusholte
N
mondholte
M
keelholte
K
strottenhoofd
S

Slide 17 - Tekstslide

Neusslijmvlies

Slide 18 - Tekstslide

De slijmvliezen

De slijmvliezen in je neus houden kleine stofjes en ziekteverwekkers tegen. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt.

Slide 19 - Tekstslide

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijp

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Inloggen Malmberg 

Ga naar magister 
Klik op leermiddelen 
Kies biologie (malmberg) 
Vul de juiste klassencode in

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen basisstof 3 het ademhalingsstelsel (blz. 19)
Maken opdracht 1, 2, 7 en 8 (blz. 22) 

Slide 23 - Tekstslide

Verbranding en ademhaling
H1 

Slide 24 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Lezen basisstof 3 het ademhalingsstelsel (blz. 19)
Maken opdracht 1, 2, 7 en 8 (blz. 22) 


Slide 27 - Tekstslide

Na deze les kun je: 
De delen van het ademhalingsstelsel benomen met hun kenmerken en functies 

Slide 28 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 29 - Woordweb

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijp

Slide 30 - Sleepvraag

ademhalingstelsel

Slide 31 - Tekstslide

Keelholte
Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken

Slide 32 - Tekstslide

Keelholte
  • Ingeademde lucht komt vervolgens in de keelholte.
  • Ook voedsel komt door de keelholte.
  • Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt.
  • De huig sluit de neusholte af als je slikt.
  • Soms verslik je je waardoor er voedsel in je neusholte of luchtpijp komt.

Slide 33 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
  • Via neus en mond naar keelholte
  • Strotklepje en huig

Slide 34 - Tekstslide

Bij verslikken staat de huig OPEN/DICHT. Het strotklepje staan dan OPEN/DICHT
A
Huig: Open Stroklepje: Open
B
Huig: Dicht Stroklepje: Open
C
Huig: Open Stroklepje: Dicht
D
Huig: Dicht Stroklepje: Dicht

Slide 35 - Quizvraag

Verslikken

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Luchtpijp
  • Holle buis
  • Hoefijzervormige kraakbeenringen
- Wel in luchtpijp en bronchiën
- Niet in luchtpijptakjes
  • Bekleed met slijmvlies
  • Trilharen vervoeren slijm naar 
        keelholte

Slide 38 - Tekstslide

Luchtpijp
Kraakbeenringen
 Openhouden van luchtpijp

Open aan de achterkant
Ruimte voor slokdarm

Slide 39 - Tekstslide

De luchtpijp vertakt zich in
 twee bronchiën.
Daarna vertakken de bronchiën in heel
veel luchtpijptakjes
luchtpijp
bronchie
luchtpijptakjes

Slide 40 - Tekstslide

Luchtpijp en longen
Luchtpijptakjes

Slide 41 - Tekstslide

Longblaasjes
  • Na heel veel aftakkingen van de luchtpijptakjes liggen longblaasjes
  • Hier vind gaswisseling plaats

Slide 42 - Tekstslide

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 43 - Sleepvraag

Aan de slag!
Lezen basisstof 3 het ademhalingsstelsel (blz. 19)
Maken opdracht 1 t/m 9  (blz. 22) 

Slide 44 - Tekstslide