In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Interventies
EXTERN - en INTERN referentiekader
creativiteit stimulerende interventies en
begeleidingsinterventies
beschouwingsinterventies en
nabeschouwen 'muziek in beeld'
vragen / wensen
optie: Kopsplijten i.p.v. Stop Motion?
Slide 1 - Tekstslide
doel: om een zo groot mogelijk variëteit in werkstukken tot stand te laten komen.
Hoe begeleid je het creatief proces
PT2PFBV
Laat maar zien Hst.6
creativiteit stimulerende interventies
begeleidingsinterventies
beschouwingsinterventies
Externe referentiekader
bevat vakinhoudelijke criteria ofwel
de richtlijnen volgens het basisplan
Intern referentiekader
bevat kindeigen criteria bepaald door
persoonlijkheid, leeftijd en attitude
Slide 2 - Tekstslide
EXTERN
REFERENTIEKADER
(basisplan criteria)
INTERN
REFERENTIEKADER
(kindeigen criteria)
Persoolijkheidsaspecten
Attitude
Ontwikkelingsniveau
Slide 3 - Sleepvraag
Ontwikkelingsniveau
Attitude
Persoonlijkheidskenmerken
voorkeuren
Wensen
Gevoeligheden
gedragsfactoren
leeftijd
ontwikkeling typische
kenmerken
ervaring
Slide 4 - Sleepvraag
Attitude
Gedragsfactoren
Persoonlijkheidsaspecten
voorkeuren / wensen / gevoeligheden
Ontwikkelingsniveau
leeftijd / ontw. kenmerken / ervaring
Frustratietolerantie
Flexibiliteit
Doorzettingsvermogen
Initiatief nemen
Betrokkenheid
Overlapping
Rabattement
Doorzichtigheid
Koppoter
Perspectief
Brede ontwikkeling
Concentratie
Associatief
Slide 5 - Sleepvraag
Pendelbeweging tussen de referentiekaders
Slide 6 - Tekstslide
Formuleer een voorbeeld vraag voor creativiteit stimulerende interventie?
Rol als leerkracht hierin is dat je de pendelbeweging (tussen beide referentiekaders) van het kind tijdens het vormgevingsproces op gang brengt en houdt. Het pendelen voedt het creatieve proces.
Slide 7 - Open vraag
Formuleer een vraag t.a.v. begeleidingsinterventie. Blz. 117
Deze zijn erop gericht ll. naar een eigen authentieke beeld te leiden. Procescomponenten bieden handvatten tijdens het proces.
Door met het kind te beschouwen wijs je de lln op de mogelijkheden van de beeldaspecten. Onderzoek en reflectie helpt het kind verbanden te leggen.