In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4.1 warmtebronnen
Slide 1 - Tekstslide
Warmtebron
'iets' waar warmte vandaan of vanaf komt.
Slide 2 - Tekstslide
timer
1:00
geef voorbeelden van warmtebronnen
Slide 3 - Woordweb
Een warmtebron kan op elektriciteit of op een brandstof werken.
Slide 4 - Tekstslide
elektrische warmtebron
elektriciteit wordt omgezet in warmte
(stroom loopt door een speciale draad, de draad wordt heet).
broodrooster, föhn, waterkoker enzovoort
Slide 5 - Tekstslide
chemische warmtebron
chemische energie wordt omgezet in warmte
(chemische energie zit in brandstoffen, zoals hout, gas en benzine)
bbq, gaskachel, openhaard
Slide 6 - Tekstslide
aardgas (Nederland)
In Nederland wordt vaak aardgas gebruikt om huizen te verwarmen. Zo ook in onze cv-installaties
Slide 7 - Tekstslide
filmpje cv-installatie
Slide 8 - Tekstslide
soorten verbrandingen
Als er genoeg zuurstof is zal het aardgas goed en dus volledig verbranden. Is er te weinig zuurstof dan zal het gas slecht of onvolledig verbranden. Bij deze laatste ontstaat roet en een giftig gas.
Slide 9 - Tekstslide
volledige verbranding (blauw)
aardgas + zuurstof ------------> waterdamp + koolstofdioxide + veel warmte
(CH4) (O2) (H2O) (CO2)
(alle energie uit het gas wordt omgezet in warmte)