Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel
1 / 10
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel
Slide 1 - Sleepvraag
Tot welk niveau van de ecologie behoort een hert?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 2 - Quizvraag
Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
Slide 4 - Quizvraag
Horen soortgenoten bij biotische of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren
Slide 5 - Quizvraag
Hoort neerslag bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren
Slide 6 - Quizvraag
Abiotische factoren
biotische factoren
Licht
Neerslag
Lucht
Wind
Temperatuur
Bodem
Water
Soortgenoten
Voedsel
Roofdieren
Nestgelegenheid
Ziekteverwekkers
Slide 7 - Sleepvraag
Is het tolerantiegebied van een organisme een biotische factor of een abiotische factor?
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 8 - Quizvraag
Welke soort heeft de grootste tolerantiegebied voor temperatuur?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 9 - Quizvraag
In diagram 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort voor de concentratie zouten in de omgeving. Er is geen duidelijk optimum-punt te zien, maar een 'tolerantiegebied'. Wat betekent dat?
A
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie goed
B
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie slecht
C
Het gaat om een soort wat helemaal niet kan overleven in een zoute omgeving
D
Indien de zoutconcentraties nog hoger zijn zal er een optimum ontstaan bij de soort