5.1 Ecologie op alle organisatieniveaus

Thema 5 Ecologie




Basisstof 1 (B boek)
Ecologie op alle
organisatieniveaus
Blz: 90

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Ecologie




Basisstof 1 (B boek)
Ecologie op alle
organisatieniveaus
Blz: 90

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen B1
  • Je kunt uitleggen dat de organisatienineaus binnen de ecologie hun eigen emergente eigenschappen hebben
  • Je kunt  abiotische en biotische factoren benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen B1
  • ecologie                                                            
  • environmental DNA
  • ecogenomica
  • levensgemeenschap
  • biotische factoren
  • abiotische factoren
  • soortensamenstelling
  • ecosysteem
  • biosfeer/systeem aarde
  • emergente eigenschappen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is ecologie?
Wetenschap waarbij de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving wordt bestudeerd

Organisatieniveaus van ecologie:
- Molecuul 
(eDNA)




- cel
- weefsel
- organen


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Ecologie
  • Levensgemeenschap: alle populaties binnen een ecosysteem
  • Biotische factoren: levend
  • Abiotische factoren: levenloos
  • Ecosysteem: begrensd gebied met wisselwerking biotische en abiotische factoren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Organisme
  • Aangepast aan milieu
  • erfelijk bepaald
  • Tolerantie
  •  vermogen om schommelingen in abiotische factor te kunnen verdragen


Slide 9 - Tekstslide

Tolerantiegrens

Beperkende factor
Uiterste waarde waarbij een individu kan (over)leven

Slide 10 - Tekstslide

Tolerantiegrens

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke abiotische factoren
Bodem
Licht
Water
Temperatuur

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn biotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 13 - Quizvraag

Licht
  • Lichtintensiteit
  • Daglengte
  • In water alleen in bovenste lagen (lichtdoordringbaarheid)

Slide 14 - Tekstslide

Water
  • Stromingen
  • Samenstelling (zoet vs. zout water)
  • Zuurstofgehalte
Aanpassingen in planten:
  • Wortelstelsel
  • Bouw blad

Slide 15 - Tekstslide

Temperatuur
  • Enzymactiviteit
  • Koudbloedig (poikilotherm)
  • Warmbloedig (homoiotherm)

Slide 16 - Tekstslide

Tolerantiegebied

Optimumkromme
Minimumwaarde
Optimumwaarde
Maximumwaarde

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke soort heeft het grootste tolerantie?
A
Soort a
B
Soort b
C
Soort a en b, want er is overlap

Slide 19 - Quizvraag

Verspreidingsgebied
Areaal: daar waar de soort op aarde voorkomt.
Bepaald door de tolerantiegrens voor abiotische factoren (=beperkende factor)

Slide 20 - Tekstslide

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 21 - Sleepvraag

Is het tolerantiegebied van een organisme een biotische factor of een abiotische factor?
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 22 - Quizvraag

Welke soort heeft de grootste tolerantiegebied voor temperatuur?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quizvraag

In diagram 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort voor de concentratie zouten in de omgeving. Er is geen duidelijk optimum-punt te zien, maar een 'tolerantiegebied'. Wat betekent dat?
A
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie goed
B
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie slecht
C
Het gaat om een soort wat helemaal niet kan overleven in een zoute omgeving
D
Indien de zoutconcentraties nog hoger zijn zal er een optimum ontstaan bij de soort

Slide 24 - Quizvraag

Abiotische factoren
biotische factoren
Licht 
Neerslag
Lucht
Wind
Temperatuur
Bodem
Water
Soortgenoten
Voedsel
Roofdieren
Nestgelegenheid
Ziekteverwekkers

Slide 25 - Sleepvraag

Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Orgaan
D
Organisme

Slide 26 - Quizvraag

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 27 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 28 - Sleepvraag

BS 1 ecologie op alle organisatieniveaus
A
Ik beheers deze BS heel goed
B
Ik beheers deze BS nog niet en wil dit zelf uitzoeken
C
Ik beheers deze BS maar ik heb nog vragen
D
Ik beheers deze BS nog niet en wil extra uitleg

Slide 29 - Quizvraag

Aan het werk
Lees basisstof 1 nog eens door.
Maken opdr. 1, 2, 4, 5, 6, 7, 11, 13, 15.



Slide 30 - Tekstslide