3.1 Water op aarde

Water op aarde
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Water op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Waar staan jullie nu?
  • Lesdoelen
  • Instructie paragraaf 3.1 + vragen
  • Aan de slag 
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Waar staan wij nu?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen hoe de waterkringloop werkt
  • Uitleggen waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is

Wat heb je nodig? Een schrift, een pen, een laptop, oortjes en je boeken!

Slide 4 - Tekstslide

Waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke begrippen:
Condensatie = waterdamp koelt af en verandert weer in druppels.

Infiltratie = water zakt de grond in.

Transpiratie = verdampen van het water uit bladeren van planten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Neerslag
Verdamping
Infiltratie en grondwater 
Condensatie
Transpiratie

Slide 8 - Sleepvraag

Condensatie =
A
Water verandert van vaste vorm in vloeibare vorm.
B
Water verandert van vloeibare vorm in gasvorm.
C
Water verandert van gasvorm in vloeibare vorm.
D
Water verandert van vaste vorm in gasvorm.

Slide 9 - Quizvraag

Welke waterkringloop is voor de mens het belangrijkst, en waarom?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Wat is de oorzaak van de waterkringloop?
A
Zon
B
Wind
C
Wolken
D
Zwaartekracht

Slide 12 - Quizvraag

Positieve waterbalans
=
voldoende water
Negatieve waterbalans
=
onvoldoende water






Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de twee belangrijkste rivieren van NL?
A
Maas
B
Lek
C
IJssel
D
Rijn

Slide 14 - Quizvraag

Rivieren
Kunnen water krijgen van:
1 - regen - dat zijn regenrivieren
2- smeltende sneeuw en ijs - dat zijn gletsjerrivieren
3 - regenwater en smeltwater - dat zijn gemengde rivieren

Slide 15 - Tekstslide

Rivieren
  • Rivieren in West-Europa hebben veel water in de herfst (veel regen) 

  • En weinig in de zomer (veel verdamping, weinig neerslag)

Slide 16 - Tekstslide

Verdeling van het water 
  • Van al het water op aarde is slechts  3% zoet (drinkbaar)
  • Grootste deel bevroren of diep grondwater
  • Zoutwater kan ontzilt worden, maar dat is een duur proces

Slide 17 - Tekstslide

Waterbalans van Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Waterbalans
Ontzilting
Korte waterkringloop
Condensatie
Waterdamp verandert in kleine druppels.
Water verdampt, condenseert en als neerslag valt weer terug op de zee.
Verhouding van de hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en verlaat.

Uit de zee- of brak water  zuiver water 
maken.

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Soorten water
  • Oppervlakte water: is al het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren. 

  •  Grondwater:  is water dat in de bodem zit. 

  • Gletsjer: is een ijsmassa die langzaam vanuit een gebergte naar beneden schuift.

Slide 21 - Tekstslide

Nuttige neerslag
Oppervlakte water
Negatieve waterbalans
Condensatie
Waterdamp verandert in kleine druppels.
Mensen, dieren en planten hebben onvoldoende water.
Het verschill tussen neerslag en verdamping.
Al het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren. 

Slide 22 - Sleepvraag

Aan de slag
Maken:
  • Paragraaf 3.1
  • Samenvattingsopdracht Wereld

Klaar:
  • Begrippen leren
  • Samenvatting maken
  • Flashcards maken

Slide 23 - Tekstslide