Klas 3 - les 10 - H1 Gedicht

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Pak je chromebook, schrift en etui erbij.

    Noteer het antwoord op onderstaande vraag in je schrift:
    wat is beeldspraak ook alweer?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Pak je chromebook, schrift en etui erbij.

    Noteer het antwoord op onderstaande vraag in je schrift:
    wat is beeldspraak ook alweer?

Slide 1 - Tekstslide



  • lesdoelen
  • laatste belangrijke zaken 
     folderopdracht
  • opfrissen vormen beeldspraak
  • uitleg theorie H1 Gedicht
  • maken opdrachten
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les ken je een vierde vorm van beeldspraak.
  • Aan het einde van deze les heb je je theoretische kennis van Gedicht
     kunnen toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Folderopdracht
Onderdeel 1 - Persoonlijke reflectie, keer aantal groepsleden
Onderdeel 2 - Het groepsproces, de drie vragen
Onderdeel 3 - De kunstvorm

Deadline: vrijdag 1 december. Je kunt het bij me inleveren in de pauzes, in lokaal 117. Denk aan de opmaak! 

Agenda: donderdag 11 januari

Slide 4 - Tekstslide

Van welke beeldspraak is er sprake?

Het peleton is pas aan de voet van de berg.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 5 - Quizvraag

Van welke beeldspraak is er sprake?

Fenna is er opnieuw ingetrapt,
dat schaap heeft zich weer beet laten nemen.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 6 - Quizvraag

Van welke beeldspraak is er sprake? (Ronnie Flex - 100 sms'jes)

Nu zoek ik naar je
Maar ben jij er niet meer
Schat, laat mij niet hangen
Ja, als een chandelier
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 7 - Quizvraag

Van welke beeldspraak is er sprake? (Blof - Aan de kust)

Vlissingen ademt zwaar
En moedeloos vannacht
De haven is verlaten,
want er is nog maar een vracht
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 8 - Quizvraag

Van welke beeldspraak is er sprake?

Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymia

Slide 9 - Quizvraag

Van welke beeldspraak is er sprake? (Flemming - Automatisch)

Ja, ik snap het wel, dat je mee wilt doen
Stiekem aan het tikken met je linkervoet
Ik kijk je aan (oh), 'k zie je Jordan's gaan (ja ja)
Het is al te laat
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymia

Slide 10 - Quizvraag

H1 Gedicht
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik: bij beeldspraak gebruik je een beeld om duidelijk te maken wat je bedoelt.

  • vergelijking:      overeenkomst tussen twee zaken, object en beeld
                                  worden genoemd
                                  Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!
  • metafoor:           overeenkomst tussen twee zaken, alleen beeld
                                  wordt genoemd
                                  Wát een zwijnenstal!

Slide 11 - Tekstslide

H1 Gedicht
  • personificatie     iets levenloos stel je voor als een persoon
                                     De zon streelde onze wangen.
  • metonymia:          er is een bijzonder verband tussen object en beeld,
                                     je noemt iets wat te maken heeft met het bedoelde                                       Het Stanislascollege won het debattoernooi.
                                     Oranje verloor met 4-1. 
                                     Wij hebben een Herman Brood boven de bank.                                           Lust jij nog een glas?


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht 8.


Klaar? 
Probeer de rijmschema's, die je
vorig jaar hebt geleerd, te noteren.
Heb je ze weer helder voor de geest?
Ga dan aan de slag met opdracht 24.
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Even terug naar de lesdoelen
Vertel...wat is een metonymia?

Slide 14 - Tekstslide