Samen oefenen: exercitio 13C
• Maak tweetallen. Vertaal om de beurt een zin. A begint met vertalen, B helpt door feedback te geven. Na elke zin wissel je van rol. Hoe geef je feedback?
Je zegt het antwoord niet voor, maar je stelt een vraag of geeft een tip.
o Wat is de betekenis van….?
o In welke vorm staat ..?
o Wat is de persoonsvorm?
o Hoe is de persoonsvorm opgebouwd?
o etc