Herhaling Werkwoorden (6 tijden)





Terugblik werkwoorden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les





Terugblik werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Zelf oefenen met benoemen
Pak je formatieve SO erbij.
1. 'Hak' de werkwoorden van oefening 1 in stukjes door streepjes tussen (praesens/perfectum-)stam, (bindvocaal), kenletters en uitgang te zetten.
2. Benoem tijd, getal en persoon bij de vormen die je fout had.
bv.  vocaveris -->      vocav-             eri               - s
                           perf. stam- kenletter fut. ex.- 2e ev
3. Vind je dit nog lastig? Werk deze Lesson-up door

Slide 2 - Tekstslide

4 stamgroepen
  1. a-stam
  2. e-stam
  3. i-stam
  4. mk-stam

Slide 3 - Tekstslide

Sleep het werkwoord naar de juiste stamgroep
a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam

vidēre
venire
rogare
credere

Slide 4 - Sleepvraag

Stammen
  1.  a-stam (roga - re)
  2. e-stam (vidē - re)
  3. i-stam (veni - re)
  4. mk-stam (cred - ĕ - re)

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de werkwoordtijd naar de juiste plaats op de tijdlijn
Praesens
Imperfectum
Perfectum
Plusquamperfectum

Slide 6 - Sleepvraag

Plusquam-perfectum
Perfectum
Imperfectum
Praesens

Slide 7 - Tekstslide

Praesens
Imperfectum

Slide 8 - Tekstslide

Het imperfectum kun je herkennen aan de letters:

Slide 9 - Open vraag

Praesens en imperfectum
Praesens
Imperfectum
Vorming
stam + persoonsuitgang
stam + (e)ba + persoonsuitgang
Voorbeeld
voca - t
(hij roept)
voca - ba -t
(hij riep)

Slide 10 - Tekstslide

Wat waren ook alweer de persoonsuitgangen van het praesens?
(Denk aan het liedje!)

Slide 11 - Open vraag

Overzicht uitgangen
Praesens
Imperfectum
1e ev
ik
- o
2e ev
jij
- s
3e ev
hij/zij/het
- t
1e mv
wij
- mus
2e mv
jullie
- tis
3e mv
zij
- nt

Slide 12 - Tekstslide

Overzicht uitgangen
Praesens
Imperfectum
1e ev
ik
- o
- m
2e ev
jij
- s
- s
3e ev
hij/zij/het
- t
- t
1e mv
wij
- mus
- mus
2e mv
jullie
- tis
- tis
3e mv
zij
- nt
- nt

Slide 13 - Tekstslide

Perfectum Plusquamperfectum

Slide 14 - Tekstslide

Welke vertaling hoort bij welke werkwoordtijd?
Perfectum
Plusquamperfectum
Ik had geroepen
Ik heb geroepen

Slide 15 - Sleepvraag

Vertaling
Perfectum: 1. ik heb geroepen
                   

Plusquam-: 1. ik had geroepen
perfectum 

Slide 16 - Tekstslide

Plusquam-perfectum
Perfectum
Imperfectum
Praesens

Slide 17 - Tekstslide

Perfectum = perfectumstam + persoonsuitgangen van 
                                                                het perfectum
                       

Slide 18 - Tekstslide

Hoe herken je een perfectumstam?
Twee mogelijkheden:
1. regelmatig: praesensstam + v 
 (bij a-stam en i-stam)        voorbeeld: vocav-
                                                                              audiv-
2. onregelmatig: andere stam dan praesens. Deze moet je leren! (zie stamtijden in woordenlijst)
                           voorbeeld: aspicĕre--> aspex-

Slide 19 - Tekstslide

Persoonsuitgangen perfectum
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
i
istis
erunt
isti
imus
it

Slide 20 - Sleepvraag

Overzicht uitgangen
Praesens
Imperfectum
Perfectum
1e ev
ik
- o
- m
- i
2e ev
jij
- s
- s
- isti
3e ev
hij/zij/het
- t
- t
- it
1e mv
wij
- mus
- mus
- imus
2e mv
jullie
- tis
- tis
- istis
3e mv
zij
- nt
- nt
- erunt

Slide 21 - Tekstslide

Perfectum regelmatig
(perfectumstam + uitgang perf.) 
Voorbeeld: voca - re

vocav - i
vocav - isti
vocav - it
vocav - imus
vocav - istis
vocav - erunt


Perfectum onregelmatig
(perfectumstam + uitgang perf.) 
Voorbeeld: aspic-ĕ- re

aspex - i
aspex - isti
aspex - it
aspex - imus
aspex- istis
aspex - erunt

Slide 22 - Tekstslide

Perfectum = perfectumstam + persoonsuitgangen   
                         perfectum
Plusquam- = perfectumstam + ? + persoonsuitgangen ?
perfectum     
Perfectumstammen
vocav -
audiv -
aspex-  

Slide 23 - Tekstslide

Aan welke letters kan je het plusquamperfectum herkennen?

Slide 24 - Open vraag

Perfectum = perfectumstam + persoonsuitgangen   
                         perfectum
Plusquam- = perfectumstam + era + persoonsuitgangen
perfectum    

Slide 25 - Tekstslide

Het plusquamperfectum heeft dezelfde persoons-uitgangen als welke andere werkwoordtijd?

Slide 26 - Open vraag

Praesens
praesensstam
Imperfectum
praesensstam
Plqperfectum
perfectumstam
Perfectum
perfectumstam
Kenletters
- ba -
- era -
- v -/ onreg.stam-
1e ev
- o
- m
- m
- i
2e ev
- s
- s
- s
- isti
3e ev
- t
- t
- t
- it
1e mv
- mus
- mus
- mus
- imus
2e mv
- tis
- tis
- tis
- istis
3e mv
- nt
- nt
- nt
- erunt

Slide 27 - Tekstslide


Futurum 
Futurum exactum

Slide 28 - Tekstslide

Welke tijd is het futurum...?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 29 - Quizvraag

Hoe vertaal je een futurum ook alweer?

Slide 30 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
1. Copiae Romanorum litus Africae expugnabunt. 

copiae = troepen
Romanus = romein
litus (onzijdig) = kust 
expugnare = veroveren
Africa = afrka

Slide 31 - Tekstslide

Geef de vertaling van de zin

Slide 32 - Open vraag

vorming van het futurum
Bij a- en -e stammen heb je een andere kenletter dan bij de i- en medeklinkerstammen.

Slide 33 - Tekstslide

a-stam
i-stam

mk-stam
e-stam
stam + b(i) + o, s, t, mus, tis, nt
stam + a/e + m, s, t, mus, tis, nt

Slide 34 - Sleepvraag

‘Als je zal zijn gekomen, zal ik je een verhaal vertellen’

‘ik zal het doen, als je mij je belofte zal hebben gegeven’.

Slide 35 - Tekstslide

‘Als je zal zijn gekomen, zal ik je een verhaal vertellen

‘ik zal het doen, als je mij je belofte zal hebben gegeven’.

Slide 36 - Tekstslide

Welke van de twee gebeurtenissen gebeurt eerder?
A
zal vertellen en zal het doen
B
zal zijn gekomen, zal hebben gegeven

Slide 37 - Quizvraag

Futurum Exactum
Een voltooid toekomende tijd.

Iets toekomstigs dat plaatsvindt voor iets anders in de toekomst.

Slide 38 - Tekstslide

Vorming futurum exactum (actief) 

perfectumstam van een werkwoord + de volgende uitgangen:
-ero -eris -erit -erimus -eritis -erint

bv:
 amav-ero
aspex-erimus 

Slide 39 - Tekstslide

Welke van deze vier vormen is een futurum exactum ?
A
vocat
B
vocavisti
C
vocabis
D
vocaverint

Slide 40 - Quizvraag

Futurum exactum - vertaling
actieve vormen - 'ik zal hebben' + betekenis van het woord
vb.  amavero - 'ik zal hebben bemind'
vb. aspexerimus - 'wij zullen hebben gekeken naar'


Slide 41 - Tekstslide

Welke van deze twee vormen vertaal je met 'ik zal hebben geroepen'?
A
vocavero
B
vocabo

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide