Unit 3 recap, last lessons

26th of November





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

26th of November





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Tekstslide

26-11-2024
  • Recap grammar
  • Practise More
  • Catch up

Slide 2 - Tekstslide

Unit 3

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple vs Past Continuous

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

  • Past Simple
  • Gebruik je als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer het is gebeurd. Deze 'actie' is afgelopen.


  • Je maakt de Past Simple door -ed aan het werkwoord te voegen. Let wel op de onregelmatige werkwoorden! Zie rijtjes achterin je boek.


  • For example:
  • Last night, I watched TV.
  • Past Continuous
  • Gebruik je om te zeggen wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je aan het doen was toen er iets anders gebeurde.

  • Je maakt de Past Continuous door was/were + ww + -ing toe te voegen.




  • For example:
  • I was watching TV, when you came in.

Slide 6 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen Past Simple
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen Past Continuous
  • Vragen: Was/Were + onderwerp + ww + -ing + rest van de zin.
  • For example: Was I playing a game?

  • Ontkennend: Onderwerp + was/were + not + ww + -ing + rest   van de zin.
  • For Example: I wasn't playing a game.

Slide 8 - Tekstslide

Have to/don't have to
Have to/has to + hele werkwoord gebruik je om een verplichting van buitenaf aan te geven. Iets moet.

Bijvoorbeeld: The teacher says we have to finish exercise 20 until 25 this lesson.

Don't have to betekent dat iets niet hoeft.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent het?

Slide 10 - Tekstslide

Could/Couldn't
could/couldn't + hele werkwoord gebruik je om te zeggen 'zou kunnen' of 'kon'.

Bijvoorbeeld: Could you take a picture 
                              please?
Wat betekent het het hier?

Slide 11 - Tekstslide

Could/Couldn't
Na could/couldn't gebruik je het hele werkwoord.
Deze woorden hebben verschillende betekenissen.

Kon(den)
Danny couldn't make it on time.
Zou(den) kunnen
We could go to the cinema.

Slide 12 - Tekstslide

                  Short answers

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Go to Blooket!
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Homework
What?
Make sure all Practise Mores are finished (Unit 3 lesson 1, 2 and 4)
Where?
Online method
When?
Friday, 4th hour
Study?
Words Unit 3
How?
No music, no video games! Low speaking volume.
Finished?
Get started on Catch up of Unit 3.

Slide 16 - Tekstslide